Fingerspitzengefühl

Er zijn woorden die je niet kunt vertalen. Dit is er één van. Fingerspitzengefühl doet denken aan de pianist die precies de juiste toon weet te treffen, waardoor de muziek niet mooi, maar prachtig klinkt. Het is het extra talent dat alleen na veelvuldig oefenen boven komt drijven.

Wat nu als die pianist bij een ongeval zijn vingertop of gehoor verliest? Voor iedereen een drama, maar voor de concertpianist ook een zakelijk drama. Dan is het letterlijk einde oefening. De pianist moet een ander vak zoeken.

Maar ook in de techniek (installatie, klimaatbeheersing, scheepvaart en automotive) spreken we wel over fingerspitzengefühl. De perfect draaiende motor. Een installatie die meer dan goed is afgesteld. Noem maar op. Dan heb je je vingers nodig. Wat nu als zij één of meer vingertoppen of zelfs vingers kwijtraken? Dat is zakelijk gezien vaak niet zó ingrijpend als bij de pianist, maar toch…

Dan is het fingerspitzengefühl van de jurist vereist. Wie het met zijn handen verdient, is op zijn handen aangewezen. Dan kan het gemis van een vinger (of een verstijving daarvan) financieel grote impact hebben. Ze gaan hun hand en arm anders bewegen waardoor deze, niet direct, maar op langere termijn, vaak klachten gaan geven. Slijmbeursontstekingen, langere fysiotherapie, gebruik van (steeds meer of zwaardere) pijnstillers, verstijving van de schouders (frozen shoulder). En als de rechterarm of – hand is ‘geraakt’, treedt vaak overbelasting op van de linkerarm en hand. Soms maken wij mee dat mensen zodanig veel met hun lichaam gaan meebewegen dat nek- en rugklachten ontstaan, tot hernia’s aan toe.

Door in dergelijke zaken te denken aan de lange termijn en door grondig medisch onderzoek uit te laten voeren, proberen wij de niet-direct zichtbare gevolgen van vinger- en handletsel in beeld te brengen. Door ergonomisch onderzoek en gespecialiseerde ergotherapeutische begeleiding is op het gebied van aanpassingen en hulpmiddelen soms verrassend veel mogelijk om cliënten, ondanks het letsel, ook voor de lange termijn inzetbaar te maken/houden.

Zowel in het werk als bij het verrichten van kluswerkzaamheden in huis en tuin of in de avonduren als bij de huishoudelijke taken. Soms kan het één nog wel, het ander niet meer.

Als doorwerken op de lange termijn niet gaat werken (en de verjaring tijdig is gestuit), heeft ook de ‘technieker’ recht op omscholing en een z.g. tweede carrière in ander passend werk.

[mr. Harry Blok

BVD advocaten