'Ondernemers Hardinxveld houden eigen broek op'

28 februari 2018 om 07:30 Verkiezingen/nieuws

H'VELD-G'DAM De economie draait. Mensen hebben wat te besteden. Een kans voor lokale ondernemers om van te profiteren. Wat kan de gemeente daarin betekenen?

door Ward den Besten

Ik heb mijn eigen broek op te houden'', stellen Jan van Hunnik, voorzitter van Ondernemend Hardinxveld en Piet Boogaard, bestuurslid namens de winkeliers. In die zin verwachten ze niet te veel van de gemeente. ,,Met de bedrijfsvoering hoeven ze zich niet te bemoeien natuurlijk'', zegt Boogaard. ,,Alleen als ik een vergunning nodig heb dan moet het niet te traag gaan en ze moeten niet te lastig zijn, vult Van Hunnik aan. ,,Als er iets verandert in de markt moet je snel zijn en dan is een gemeente met alle regeltjes en bestemmingsplannen een sta in de weg.''

Die regels worden er steeds minder, tot tevredenheid van de twee ondernemers. Van Hunnik is zelf architect. Dat sinds kort de welstand in Hardinxveld bijvoorbeeld is afgeschaft vindt hij een goede zaak. Dat regels nodig blijven begrijpen Van Hunnik en Boogaard, maar daar moet door de gemeente wel snel en duidelijk over worden gecommuniceerd. Bedrijven willen weten waar ze aan toe zijn. ,,Als het niet mag, dan mag het niet'', aldus Van Hunnik. ,,Je kan beter na drie maanden een 'nee' krijgen dan na een jaar 'misschien'.''

De gemeente heeft een aantal jaar geleden een bedrijfscontactfunctionaris aangesteld, als tussenpersoon van het gemeentehuis en het bedrijfsleven. Een hele vooruitgang vinden beide ondernemers. ,,Er zijn dingen sneller te regelen. Zij weet de weg bij de gemeente'', zegt Boogaard. ,,Het wordt nu gewoon helder en snel opgepakt'', vult Van Hunnik aan.

De gemeente heeft daarnaast geïnvesteerd in de Peulenstraat en de Giessenhof om het winkelgebied te verbeteren. Onder de naam de Nieuwe Winkelstraat zijn de winkeliers bezig met een nieuw concept dat inspeelt op de huidige ontwikkelingen. Dat de gemeente hierin investeert, waarderen ze, maar vragen zich tevens af hoever de gemeente daarin wil gaan.

Het nodige moet nog gebeuren namelijk. ,,We willen een winkelgebied zijn, maar we zijn een boodschappencentrum'', zegt Boogaard. Die omslag is niet zomaar gemaakt. Enkel een deel van de Peulenstraat autovrij maken werkt niet, stelt hij. Ook een horecagelegenheid bij Den Bogerd realiseren is volgens hem niet eenvoudig.

Wat dat laatste betreft ligt een belangrijke rol bij de vastgoedeigenaren. Het ontbreekt aan betrokkenheid bij een deel van die groep, menen Boogaard en Van Hunnik. De huren zijn te hoog en sommige pandjes verwaarloosd. Het komt tevens het winkelgebied niet ten goede als leegstaande panden worden omgebouwd tot woningen.

Wat de lokale economie tevens kan helpen is het inkoopbeleid van de gemeente, zegt Van Hunnik. Dat schiet volgens hem nu tekort. Lokale ondernemers moeten veel vaker de kans krijgen om voor de gemeente een opdracht uit te voeren, meent Van Hunnik. ,,Als er een balie moet worden gemaakt of als er geschilderd wordt dan hoop je eigenlijk als lokaal bedrijf een kans te krijgen om in te schijven.'' Dat gebeurt volgens hem nu niet of te weinig. ,,Dat je het dan niet krijgt omdat je te duur bent, prima. Dat is dan jammer, maar geef ons wel de kans.'' Wel vindt Boogaard het positief dat de gemeente plaatselijke cadeaubonnen uitdeelt aan bijvoorbeeld mantelzorgers, die bij lokale winkels kan worden ingeleverd.

Een andere ergernis is het grondbeleid van de gemeente, die ontwikkelgrond veelal verkoopt aan één projectontwikkelaar. Maar volgens Boogaard en Van Hunnik zijn de ondernemers daar niet bij gebaat. ,,De ontwikkelaar drijft én de prijs op én trekt zijn eigen plan. En de gemeente heeft zijn geld binnen.''

Nu Hardinxveld is toegetreden tot de Drechtsteden hopen Boogaard en Van Hunnik dat ook Hardinxveldse ondernemers de kans krijgen om daarvoor te werken. Voor de rest hebben ze van de gemeenschappelijke regeling nog weinig vernomen. Een grote rol verwachten ze voor de Hardinxveldse bouwsector. De energietransitie is een enorme opgave, stelt Van Hunnik. ,,Want alle gebouwen moeten voor 2050 energieneutraal worden. Dat klinkt nog ver weg, maar het kost nu al moeite om nieuwbouw energieneutraal te krijgen. De kennis is er om dat lokaal op te pakken.'' Volgens Van Hunnik kan de gemeente eraan bijdragen om dat vraagstuk lokaal op te lossen door ondernemers bij elkaar te brengen.

advertentie
advertentie