Delshad’s hart eindelijk vrolijk

18 juli 2007 om 00:00 Nieuws

Het laatste restje zenuwen heeft zich van de 28-jarige Delshad meester gemaakt. Onrustig bladert hij nog een keer door zijn torenhoge stapel IND-papieren. ,,Mijn advocaat zei,... gooi ze toch weg. Maar dat doe ik pas als ik mijn pasje in handen heb.” Ook de champagneflessen die middenin zijn woonkamer staan, zijn nog niet ontkurkt. ,,Ik kan het nog niet helemaal geloven, het is zo’n lange adem geweest,” verzucht hij.

Na tien jaar verblijfs-vergunning H’VELD-G’DAM - Tien jaar lang heeft Delshad Idris Ali een oer Hollandse jongen willen zijn. ,,Een Piet of een Jan, die gewoon kon studeren, verliefd kon worden en een normale toekomst voor de boeg had.” De Hardinxvelder van Koerdische komaf ondervindt op alle vlakken tegenslagen, maar krijgt vorige week het geluk op zijn hand. Na tien jaar procederen en eindeloos wachten ontvangt hij een brief van de IND: zijn verblijfsvergunning is geregeld.

Door Hanneke van Houwelingen

In de gehate papiermassa zitten zware jaren gevangen. ,,Ik vind heel die stapel zo verschrikkelijk. Al die mensen die hier energie in hebben gestoken. Zoveel arbeid om uiteindelijk er toch achter te komen dat ik aan de voorwaarden voldoe om te mogen blijven. Ik had in die tien jaar zoveel kunnen bijdragen aan de samenleving en mezelf. Alles wat bij een ander normaal ging, daar moest ik twee keer zo hard mijn best voor doen. Ik moest vechten tegen onmogelijkheden. Ik mocht niet studeren, maar ik wilde zo graag. Dat was één van mijn doelen in Nederland, ik wilde me ontwikkelen.” Hij voelt zich verongelijkt, getergd, maar is nooit moedeloos. Althans niet voor lang. ,,Ik heb sinds mijn aankomst in Nederland (1997) niet stilgezeten. Bekijk mijn cv maar eens, zo’n lange lijst krijgt bijna niemand voor elkaar. In de pauze van de ene studie was ik voor de andere cursus aan het leren. Ik gunde mij geen rust vanuit die onzekerheid. Ik wilde zo snel mogelijk alles leren en me maatschappelijk inzetten. Door de spanningen van de afgelopen jaren voelde ik dat er behoefte was aan het bouwen van bruggen tussen verschillende culturen. Ik heb daarom de stichting Newroz opgericht, vrijwilligerswerk gedaan en vele culturele evenementen georganiseerd,” zegt hij niet geheel zonder trots.

,,Ik heb aan de meeste cursussen meegedaan, maar het aanbod was lang niet genoeg. Máxima bijvoorbeeld krijgt superles, maar het niveau dat wij aangeboden kregen was minimaal. Op een gegeven moment heb ik me zelfs aangemeld bij een lagere school. Deze had een speciale klas met jongens zoals ik. Spelenderwijs leerde ik Nederlands. Mijn verlegenheid verdween, ik durfde fouten te maken in het spreken.”

Starende ogen

Na verschillende opvangcentra strandt Delshad in Hardinxveld-Giessendam. Al snel komen de dorpelingen in aanraking met zijn eeuwige grote glimlach. ,,Ik was nieuw en kwam niet uit Hardinxveld. Heel het dorp keek naar me. Hoe ga je daarmee om? Ik begon overal een praatje, in de winkel, op straat. Ik sloot me aan bij verenigingen, deed vrijwilligerswerk bij onder andere de Ducdalf, bejaardentehuizen, de scouting etc. Overal waar iets te doen was, was ik bij. Na een tijdje was het net of er een grote deur voor me openging. Het was spectaculair. Ik werd overal uitgenodigd, had het verschrikkelijk druk en sliep bijna niet. Normaal gesproken hebben mensen één vriendenclubje, ik had er vijf. Maar al die mensen gaven me zoveel kracht en energie dat ik me eindelijk thuis begon te voelen. Ik had mijn plekje gevonden,... in Hardinxveld-Giessendam.”

‘Hoi is genoeg’

De jonge Koerd (‘ik noem mezelf liever wereldburger’) moet overigens nog lange tijd wennen aan de Nederlandse cultuur. ,,Als ik een vriend op straat tegenkwam, was ‘hoi’ blijkbaar al genoeg. Ik was gewend om iemand te groeten, te omhelzen en even een praatje te maken. En dan de Nederlandse tijden,..” Lachend hapt Delshad naar adem. ,,Als ik op bezoek was bij iemand en het was rond etenstijd, tikten ze op hun horloge en zeiden ‘Delshad we gaan nu eten’, met andere woorden ‘wil je gaan’. Dat zou in Irak echt niet kunnen, dat is een belediging.”

,,Alles ging goed tot ... 1999.” Zijn gezicht betrekt bij de herinnering aan dit jaar. ,,Tijdens een voetbalwedstrijd brak ik mijn been op verschillende plaatsen. Ik moest tot aan mijn heup in het gips. Ik heb het uitgeschreeuwd: waarom ik, waarom nu? Het was geen moment om even stil te staan, het was een gigantische klap voor mijn ontwikkeling. Ik raakte er heel somber van, het was heel moeilijk.” Maandenlang is hij gekluisterd aan bed. Zijn buren besluiten hem tijdelijk in huis te nemen en te verzorgen. ,,Dat was een geluk bij een ongeluk. Ik ben hen ontzettend dankbaar. Maar het in bed liggen bleef verschrikkelijk. En toen kreeg ik ook nog eens een uitzetbrief, dat was hartverscheurend.”

Vrienden, kennissen, dorpelingen, verenigingen en politici spannen zich in voor een verblijfsvergunning voor Delshad. Zevenhonderd, achthonderd handtekeningen en vele persoonlijke brieven worden verzameld. Maar het helpt niet. De processen gaan door,.. tot vorige week. ,,Ik was in die tijd heel emotioneel, maar opeens veranderde er iets. Ik werd rationeel en prestatiegericht. Ik schoof mijn sociale leven aan de kant en wilde het onderste uit de kan halen zolang ik in Nederland was. Het is me gelukt om toegelaten te worden tot de Hogeschool van Rotterdam. Ik mocht eindelijk gaan studeren.” De leergierige Hardinxvelder volgt meerdere HBO studies in de sociale sector. Hij slaagt onder meer voor zijn HBO Culturele Maatschappelijke Vorming. ,,Ik ben echt een ‘mensenmens’, ik ben graag sociaal bezig. Door mijn studie heb ik mijn eigen sociale leven op een laag pitje gezet. Toen ik eenmaal mijn diploma had gehaald keek ik plotseling met andere ogen om me heen. Ik zag weer bomen, kleuren, lachende mensen. Maar dat gevoel is niks bij hoe ik me nu voel. Toen ik de brief kreeg vielen er kilo’s van mijn schouders. Ik kan binnenkort weer een praatje maken met iemand waarin ze zeggen ‘gefeliciteerd’ in plaats van ‘hoe lang mag je blijven’.” Stralend ratelt hij verder. ,,Als ik van de week mijn pas krijg zou ik zoveel rust krijgen. Ik heb inmiddels een - in mijn ogen - ideale baan gevonden in de sociale sector. Ik volg daar nu intensief cursus voor en ga binnenkort aan de slag.”

Zijn leven lijkt compleet, maar één ding blijft constant knagen in zijn hoofd: zijn familie in Irak. ,,Het enige wat ik nu heel snel zou willen, is mijn familie zien. De tien jaar dat we van elkaar gescheiden waren, heeft mijn hart gebroken. Ja ik weet het, mijn naam betekent vrolijk hart, maar het was niet altijd even vrolijk en makkelijk. Ik ben zo opgelucht dat ik eindelijk een normale toekomst heb. Ik zou willen zeggen tegen al die mensen die er voor me zijn geweest en waren: ontzettend bedankt en ik ben er weer!”

u Wie in contact wil komen met Delshad, wat hij op prijs zou stellen, kan dat doen via de website www.delshadweb.nl

advertentie
advertentie