Vrees voor gevolgen opgravingen

5 september 2007 om 00:00 Nieuws

De gemeente wil op deze locatie een woonzorgcomplex realiseren. Voordat er met de bouw kan worden gestart gaf de provincie de opdracht om archeologisch onderzoek te verrichten. Dik de Boon woont naast de vindplaats en noemt het archeologisch onderzoek ‘grote kolder’ en ‘een leuk studieproject voor de studenten’. De Boon vertelt dat er in april van dit jaar al een pomp naast zijn huis is geplaatst maar die is na twee dagen uitgezet en weggehaald omdat de gemeente nog geen vergunning voor de wateronttrekking bleek te hebben. ,,Mijn huis is niet geheid, dus ik ben bang dat het gaat verzakken. Door het onttrekken van het grondwater kan de grond immers inklinken.” Anderhalve week geleden is de pomp weer geplaatst en is er een proefsleuf gegraven voor het archeologisch onderzoek.

‘Gemeente vergoedt schade van bronbemaling’ HOORNAAR - De duizenden jaren oude opgravingen aan de Lage Giessen in Hoornaar beheersen het komende jaar het leven van de omwonenden. De bewoners vrezen voor mogelijke schade aan hun huis. Vorige week hebben Leidse studenten in een proefsleut tussen de supermarkt en het woonhuis van familie de Boon aan de Lage Giessen in Hoornaar gezocht naar resten van bewoning. De studenten hebben scherven aardewerk en vuurstenen gevonden.

Door Ditty van Drenth

Mathilda Poirot, woordvoerster van de gemeente Giessenlanden, meldt dat de bewoners via brieven zijn geïnformeerd. ,,Omdat de bronbemaling moest worden toegepast zijn van de omliggende woningen vooraf opnames gemaakt. Een zogenaamde nulmeting. Na een eventuele melding van schade door een bewoner wordt de woning opnieuw opgenomen en vergeleken met de eerder gedane opname. Als blijkt dat door de bronbemaling schade is ontstaan dan zal de schade worden vergoed. Op dit moment zijn er nog geen schades bekend.” Dik de Boon vindt dat niet verwonderlijk. ,,Pas na een jaar zijn de gevolgen pas echt te zien,” voorspelt hij. Voor de zekerheid heeft hij tijdens de opgravingen iedere dag de watermeterstanden bijgehouden en genoteerd. Hij ziet het nut van het archeologisch onderzoek niet bepaald in.

‘Ietwat schrale oogst’

Leon van Hoof, veldwerkleider van Archol (Archeologisch onderzoek Leiden bv) is wel tevreden over het onderzoek, ondanks de ‘ietwat schrale oogst’. ,,Zoals op basis van het vooronderzoek werd verwacht, heeft er op deze donk bewoning plaatsgevonden. Wel is duidelijk dat we niet op de kern van deze bewoning zitten, waardoor het totale aantal vondsten wat tegenvalt.” Vol trots laat hij een zwarte scherf zien van een kookpot. ,,Voor leken lijkt het niet meer dan een zwarte steen, maar aan de houtskoolresten zien wij dat het een kookpot is geweest. We hebben een deel van een kampje opgegraven van mensen die zowel aan beginnende landbouw als aan jagen-verzamelen deden. Naast het aardewerk van hun kookpotten hebben we ook vuurstenen werktuigen gevonden zoals een pijlspits en schrabbers om huiden mee schoon te maken.” Van Hoof vertelt dat - op basis van de eerste analyse in het veld - het lijkt te gaan om een vindplaats van zo’n 4000 tot 3000 jaar voor Christus. ,,Deze datering wordt bepaald door de vorm van het aardewerk en de manier waarop het aardewerk gemaakt en versierd is. Daardoor lijken we te maken te hebben met bewoning van de Vlaardingen-cultuur.” Een meer nauwkeurige datering zou kunnen worden gedaan via een soort chemische analyse van het gevonden houtskool.

De vondsten in Hoornaar zijn zeker duizend jaar jonger dan de opgravingen in Hardinxveld-Giessendam op de locaties De Bruin en Polderweg. Deze opgravingen zijn destijds ook door Archol uitgevoerd in het kader van de Betuweroute. Daarbij is materiaal gevonden dat dateert uit 5000 jaar voor Christus. De vindplaats De Bruin geeft het begin van de overgangsfase van de jacht naar de landbouw aan. Deze wordt afgesloten wanneer de bewoning in Hoornaar plaatsvindt. Het aandeel van de jacht is dan nog maar zeer gering.

De overgang naar de landbouw nam een groot deel van de periode 5000 tot 3000 voor Christus in beslag en begon met het maken van aardewerk. Vervolgens ruilden de bewoners af en toe de jachtopbrengst (bijvoorbeeld pelzen) tegen een koe of een schaap, of een kommetje graan. Men begon zelf runderen te fokken en verbouwde men uiteindelijk zelf ook graan.

Van Hoof vertelt dat de vondsten aan de Lage Giessen nauwkeurig zullen worden bestudeerd. ,,We onderzoeken bijvoorbeeld waar de vuurstenen vandaan komen. Iedere vuursteenbron heeft een andere kleur en een ander vlekkenpatronen. Als we het aardewerk nauwkeurig dateren, dan kunnen we op basis van de verspreiding van het materiaal, iets zeggen over de activiteiten van de bewoners. Er is ook houtskool gevonden dat normaal gesproken vrij nauwkeurig gedateerd kan worden. Als dit allemaal bekeken is en in een rapport verwerkt is, gaan de vondsten waarschijnlijk naar het provinciaal depot van Zuid-Holland, maar kunnen uiteraard ook voor een expositie in bruikleen worden gegeven.”

Afgelopen maandag is het archeologisch onderzoek afgerond. Via een rapportage zullen de gemeente en de provincie binnenkort worden geïnformeerd. Gemeentewoordvoerster Poirot deelt mee dat afhankelijk van de resultaten er, in overleg met de provincie, zal worden bezien op welke locatie er binnen het betreffende gebied mag worden gebouwd.

advertentie
advertentie