Bezwaar tegen voorkeursrecht ‘t Oog
13 augustus 2008 om 00:00 NieuwsDe bezwaarmakers voeren aan dat door het vestigen van voorkeursrecht op hun percelen de marktwaarde van de percelen minder wordt. Ook de woningen die bij de percelen horen, dalen naar hun mening in waarde. Een van de bezwaarmakenden meent dat de vestiging van de WVG op zijn percelen ook de bedrijfsvoering die vanaf de percelen plaatsvindt zowel privé als zakelijk veel onzekerheid geeft. Onder de zes bezwaarmakers is een eigenaar van boerderij die een gemeentelijk monument is. Het voorkeursrecht schiet hier volgens de eigenaar haar doel voorbij omdat van afzonderlijke verkoop van de bijbehorende vlasakker nooit sprake zal zijn.
Het voorkeursrecht op percelen binnen ‘t Oog, ten noorden van Hardinxveld-Giessendam, is bedoeld om de gemeente een betere positie te verschaffen op de grondmarkt. Eigenaren van de grond moeten bij verkoop eerst bij de gemeente aankloppen. Zo kan de gemeente dan gronden aankopen die in de toekomst mogelijk nodig zijn voor de uitvoering van nieuwe plannen en is zij projectontwikkelaars die de grond willen kopen voor.
Door het voorkeursrecht wordt de regiefunctie van Hardinxveld sterker. Ongewenste ontwikkelingen zijn uitgesloten. Wel kan de overheid zich laten gelden omdat ‘t Oog onderdeel uitmaakt van het Groene Hart. Kans op woningbouw in het gebied is pas na 2020 aan de orde. De gemeente Sliedrecht bijvoorbeeld heeft kortgeleden in de ontwerp-woonvisie aangegeven dat woningbouw in ‘t Oog een ‘uitwijkmogelijkheid’ is. In de periode 2015-2025 heeft Sliedrecht binnen het huidige stedelijk gebied voldoende ruimte. Ook realisatie van een bedrijventerrein is een optie, hoewel bij de overheid woningbouw de voorkeur geniet. Het gebied moet ook nadrukkelijk groen-recreatie functies krijgen. Een meerwaarde zou kunnen worden verkregen door deze functies vanuit elders in het dorp te verplaatsen, waardoor daar weer mogelijkheden komen voor herontwikkeling. In de toekomst dus geen grazende koeien meer in de polder tussen de Spoorweg en de Betuwelijn.
Het vestigen van de WVG wil overigens niet zeggen dat grond aangekocht moet worden. Binnen twee jaar moet wel een nieuw bestemmingsplan of een nieuwe structuurvisie worden gemaakt. De eigenaar van de grond waarop het voorkeursrecht is gevestigd is niet verplicht de grond te verkopen en zolang de eigenaar geen verkoopplannen heeft, kan de gemeente de grond niet via het voorkeursrecht verwerven.