‘We konden vrijuit praten’

27 augustus 2008 om 00:00 Nieuws

H’VELD-G’DAM - Uren oponthoud bij de Russische grens, slechte wegen, wolkbreuken, lijken op straat, de Gobiwoestijn en dan China waar alles gestroomlijnd en vlekkeloos liep. Kortom, wie ver reist, kan veel verhalen. Ze zijn alweer twee weken thuis, Gerard van Cappellen en Piet Penning. Begin juli vertrokken ze samen met 75 teams in oude Volvo’s van Bant naar Beijing. Een sponsortocht waarvan de opbrengst bestemd was voor Stichting ‘SOS’ Kinderdorpen en de Stichting ‘Eys and Hands’. De beoogde 50.000 euro is niet gehaald, maar het eindbedrag van 30.00 euro zal eerlijk verdeeld worden. Daar zal Piet Penning persoonlijk op toe zien.

Hardinxvelders terug van Volvo-tocht uit Beijing

Door Wil Sommeijer

Praten met beide heren betekent mee op reis gaan door landen en steden met exotische namen. Kennismaken met bureaucratie, (of is het pesten ?) aan de grens tussen Estland en Rusland. De norsheid van de Russen, de vriendelijkheid van Mongoliërs. Gerard en Piet beleven hun reis weer terwijl ze bij het begin beginnen: de start in Bant. En dan rijden we door Duitsland en Polen. ,,Dat is een echt Oostblokland, grauw, tenminste het gebied waar wij door reden,” vertelt Piet. ,,En dan kom je in Litouwen, Letland en Estland. De Baltische staten. Ja, daar merk je het verschil hoor. De mensen zijn vriendelijker, het land ziet er beter uit.”

Die euforie sloeg om bij de Russische grens. Piet: ,,Alle auto’s werden naar een grote parkeerplaats gedirigeerd. Daar hebben we acht uur gestaan. We werden in groepen van 15 auto’s geroepen en stonden twee uur op een brug. We moesten uitstappen en onze paspoorten inleveren, waarna de douaniers en militairen met zaklampen door de auto’s schenen.” Daarmee was het leed nog niet over voor de mannen; het proces herhaalde zich drie keer voordat ze echt door mochten rijden. Inmiddels was het donker, regende het en vervolgde de weg over een rotsachtige, slechte weg met kuilen.

Via een prachtige rondweg kwam St. Petersburg in zicht en de mannen maakten in de Tsarenstad een excursie naar de Hermitage. De weg naar Moskou vervolgt over een ‘kamikazeweg’, zoals Piet het plastisch formuleert. Het Rode Plein, het Kremlin, het mausoleum van Lenin; ze hebben het gezien. Ook de enorme warenhuizen waar alle dure merken te koop zijn. Na Moskou werd de groep ingedeeld in koppels van vier auto’s, die onderling het tijdstip van vertrek afspraken.

Verder door Rusland naar Nizhni Novgrod aan de Wolga waar een levensgroot beeld van Lenin staat. De Russen konden Gerard en Piet niet bekoren: ,,Norse, onvriendelijke mensen waar geen lachje afkon. We waren eens in een klein dorpje waar we tussen de middag een hapje eten met elkaar klaarmaakten. Er zaten wat mensen op het pleintje, maar niemand toonde enige belangstelling. Onbegrijpelijk.”

Andere wereld

De langste en misschien wel de meest memorabele rit ging van Krasnojansk naar Irkoetsk over 1200 kilometer. ,,Na 100 kilometer barstte een vreselijke wolkbreuk los. We hebben meer dan 100 kilometer zowat gedreven. Je kunt alleen maar stapvoets rijden, maar de Russen doen dat niet. Veel vrachtwagens kwamen vast te zitten.”

Daarna gingen de mannen Rusland uit en Mongolië in. ,,Je komt in een heel andere wereld. Het is groen, de mensen zijn vriendelijk en dat was een verademing. We sliepen daar in gertenten. In Ulaan Bator zagen we wel hoe arm het land is,” vertelt Gerard.

’s Avonds kon het Volvogezelschap genieten van diverse optredens, zoals van een groep met een bovenzanger: ,,Daar kreeg je kippenvel van, zo mooi.” Daar werden ook de eerste cadeautjes aan kinderen overhandigd, cadeautjes die door Boogaard Intertoys waren meegegeven.

Weg is de weg

In de Gobiwoestijn was de weg opeens weg. ,,Je volgt gewoon de spoorlijn, want die loopt daar doorheen. Rond 21.00 uur wordt het donker en is het onverantwoord om verder te rijden. In de woestijn brak onze linker schokbreker af. Die hebben we er onderuit gehaald en zijn zo verder gereden. Dat ging best hoor, we deinden lekker.”

Vanuit de Gobiwoestijn reden ze China binnen. Een prachtige grenspost en mooie wegen. ,,We kregen allereerst Chinese kentekens, nummerplaten en rijbewijzen. Dat is gebruikelijk in China. Ook kreeg je een nieuw volgnummer. We vertrokken uit Bant met nummer 55, in China kregen we nummer 49. Onder politiebegeleiding en in groepjes van vier auto’s werden we naar ons hotel gebracht. Alle wegen en kruispunten werden afgezet zodat we een snelle en vrije tocht hadden. Ons hotel stond in Erenhot en de auto’s werden keurig op een parkeerplaats gezet. Toen we de volgende dag buiten kwamen stond het plein voor het hotel vol met mensen die een kijkje kwamen nemen. We zijn daar een dag gebleven omdat nog vijf auto’s van ons uit de woestijn moesten komen.

,,We hebben daar lekker kunnen kletsen met de bevolking, over allerlei onderwerpen. Ook over politiek,” vertelt Gerard. Fel noemt Piet al de negatieve publiciteit in de westerse media over China ‘gelul in het kwadraat’. ,,We konden met iedereen praten. De mensen daar zeggen; eerst de economie, dan gaat het ons ook beter en dan de rest. Natuurlijk is er kinderarbeid en zijn er misstanden, maar laten we eerst eens naar ons zelf kijken. Wij kopen met z’n allen dingen die in China worden gemaakt.” In Beijing bezochten de mannen een Hutong, een Chinese woonwijk. Mensen wonen daar niet comfortabel, maar hebben wel airco en een grote televisie. Ze maken geen ongelukkige indruk. ,,Op het Plein van de Hemelse Vrede vroeg iemand van onze groep aan de gids waar nu precies de plek was waar de student voor de tank heeft gestaan. Hij deed wat terughoudend, maar wees wel de plek aan. Op verdere vragen bleef hij overigens vaag en wuifde die met een vriendelijke glimlach weg. Jongeren zijn ook heel vrij in hun antwoorden en spreken over het algemeen goed Engels. Twee meisjes waar we mee spraken studeren in Nederland.”

Ze bezochten de beroemde Chinese Muur, de Verboden Stad, slenterden door prachtige warenhuizen en maakten kennis met vriendelijke behulpzame mensen. ,,Maar tegenover al dat moderne staal en glas, staan de traditionele winkeltjes waar je traditionele gerechten kunt eten, zoals geroosterde rupsen en torren aan een stokje. Voor de Chinees een lekkernij, maar voor ons…?!”

Uren kunnen ze vertellen over alles wat ze hebben beleefd en ervaren. Zo heeft Piet een interview gegeven voor de Russische televisie, zijn ze op de Chinese televisie geweest, hebben in de krant gestaan en overal waar ze met hun Volvo’s reden, stonden mensen langs de kant van de weg te zwaaien. Allemaal kregen ze een fraai oranje t-shirt met opdruk ‘Bant to Beijing’, een medaille, een sjaal en een dvd met opnames van de excursies die ze onder leiding van een gids in China hebben gemaakt. Ze raakten danig onder de indruk van de efficiency van de Chinezen en de belangstelling voor ’die 75 idiote Nederlanders die met hun oude auto’s zo nodig naar Beijing moesten’.

Vooroordelen

Wat hebben de mannen nou geleerd van deze reis? Piet denkt even na en zegt dan: ,,Ik heb geleerd dat ik voorzichtig moet zijn met vooroordelen. Ik heb inmiddels al heel wat van de wereld gezien en hoe meer ik zie, hoe voorzichtiger ik word met het doen van uitspraken. Wij kijken teveel met westerse ogen.” Gerard voegt toe: ,,Ik heb gezien en gelezen wat hier over China wordt gezegd en geschreven. Chinezen doen aan propaganda, zie de Olympische Spelen. Nou, wij doen hier niet anders.”

advertentie
advertentie