Giessenlandse ‘soap’ rond 'Jezus redt' wordt vervolgd

HOORNAAR- De tekst op het dak van Joop van Ooijen uit Giessenburg ‘Jezus redt’ blijft de gemoederen in Giessenlanden bezig houden. De ChristenUnie probeerde gisteren (donderdag) een mogelijk lang slepend conflict te voorkomen. Verantwoordelijk wethouder Buddingh hield echter voet bij stuk, de tekst moet eraf. Voor het college is het een normale handhavingzaak en zijn regels gewoon regels.

In een laatste poging een mogelijk lang slepend conflict tussen Joop van Ooijen en de gemeente te voorkomen, nam ChristenUnie voorman Jan Verspuij donderdag het voortouw tijdens de raadsvergadering in Hoornaar. In een interpellatie, de eerste in de Giessenlandse gemeentepolitiek, trachtte hij beide partijen tot elkaar te brengen. Het conflict kreeg landelijke media-aandacht toen van Ooijen door de gemeente gesommeerd werd de tekst ‘Jezus redt’ van het dak van zijn boerderij aan de Giessenburgse A.M.A. van Langeraadweg te halen. Verspuij’s actie vond echter verantwoordelijk wethouder Berend Buddingh op zijn pad.

Van Ooijen, zelf wegens omstandigheden niet aanwezig, werd vertegenwoordigd door zijn juridisch adviseur Mr. Teus van Houwelingen uit Noordeloos. Namens de Giessenburgse agrariër vecht hij het besluit van de gemeente aan. Diezelfde gemeente eist bij het niet nakomen van het besluit een dwangsom van 500 euro per dag met een maximum van 17.000 euro als de tekst niet wordt verwijderd. Van Houwelingen ziet dat als een inbreuk op het recht van vrije meningsuiting en godsdienst: ,,Deze liggen verankerd in artikel 7 van de grondwet. Het besluit van de gemeente is daarnaast in strijd met het verdrag van Rome (EVRM). Giessenlanden kan dan wel zwaaien met haar gemeentelijke welstandsnota, maar deze overstijgt onze grondwet en internationale regels niet.” Naar aanleiding van de vragen van de Christen Unie gaf Buddingh geen krimp. Voor hem was het een gewone ‘handhavingzaak, zoals er velen binnen Giessenlanden gevoerd worden: ,,Voor het college is dit niets anders dan een gewone procedure. Er wordt nu wel de indruk gewekt dat het om iets anders zou gaan, maar wij voeren de welstandsregels uit, die door uw raad in 2004 zijn vastgesteld”, liet hij de gemeenteraad donderdag weten. ,,Wij hebben de normale weg bewandeld, die wij ook uitvoeren als een inwoner zich bijvoorbeeld niet aan een bouwvergunning houdt. Op 22 augustus hebben wij de heer van Ooijen een vooraankondiging gestuurd. Vervolgens heeft van Ooijen via zijn raadsman schriftelijk gereageerd op onze brief. Naar aanleiding van deze zienswijze hebben wij advies gevraagd aan de welstandscommissie. Daarna hebben wij op 26 januari van dit jaar van Ooijen een aanschrijving met last onder dwangsom gestuurd. Wij hebben niets tegen de tekst ‘Jezus redt’, maar dat kan op deze wijze niet. Wel kan de heer van Ooijen diezelfde tekst op zijn voorgevel aanbrengen, maar dan conform de gemeentelijke regels”, aldus een strijdbare wethouder.

Ondanks de grote media-aandacht blijft het Giessenlandse college van mening dat het gaat om een normale handhavingzaak. Buddingh heeft van Ooijen en diens raadsman in maart uitgenodigd voor een gesprek in Hoornaar. Raadsman van Houwelingen was na afloop van het debat niet onder de indruk van de woorden van Buddingh: ,,Het is een herhaling van zetten. Ik blijf erbij dat de grondwet prevaleert boven een gemeentelijke verordening. Ik vind het vreemd dat de wethouder met geen woord heeft gerept over het bezwaarschrift dat ik namens mijn cliënt op 9 februari heb ingediend. In dit bezwaar staat overduidelijk waarom wij het inhoudelijk niet eens zijn met het laatste schrijven van de gemeente. Dat werpt een heel ander licht op de zaak zoals deze vanavond is verwoord door de wethouder. Persoonlijk had ik de raad deze informatie niet willen onthouden.” Volgens van Houwelingen is zijn cliënt een eerlijke en oprechte man, die zeker niet wil provoceren: ,,Hij heeft me eens verteld dat zijn gebed is verhoord. Op een zondagmiddag heeft hij samen met zijn zoon de tekst ‘Jezus redt’ op het dak van de boerderij gezet. ’s Avonds heeft hij gebeden dat maar zo veel mogelijk mensen dit zouden lezen. Met al die aandacht, vindt hij, dat dit uitstekend is gelukt.” De ‘Giessenlandse’ soap wordt dus ‘vervolgd’.