‘We waren jochies met branie’

4 maart 2009 om 00:00 Nieuws

Van Dijk ontving twee jaar geleden een Koninklijke Onderscheiding. Met name omdat hij aan de wieg heeft gestaan van de VOMI, een landelijke organisatie die de sociale zorg voor veteranen op gang heeft gebracht. “Waar nu een kudde psychiaters klaar staat als beroepsmilitairen terugkeren uit bijvoorbeeld Uruzgan werden wij door niemand opgevangen. Er werd toen gewoon gezegd: er zijn geen psychische gevallen. We waren nauwelijks opgeleid en wisten niet wat ons te wachten stond. Jochies waren we nog. Met veel branie, dat wel. Op de heenreis waren we wildenthousiast. We gingen het grote avontuur tegemoet. Drie tot vier weken zat je met 1500 man op een schip. Op de Indische Oceaan zag je acht dagen lang alleen lucht en water.” Eenmaal in Nederlands-Indië - waar de Jappen waren gekapituleerd na de val van het Derde Rijk - bleek het in veel opzichten bepaald geen Gordel van Smaragd.

Beelden voor altijd op net- vlies gebrand H’VELD-G’DAM - Bijna jaarlijks wordt in het Hervormd Centrum een veteranenmiddag gehouden. De organisatie is in handen van de afdeling Zuid-Holland Zuid van de Vereniging Oud Militairen Indië- en Nieuw Guineagangers (VOMI). De soldaten die in Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea hebben gediend kregen pas erkenning nadat in de jaren tachtig oud-militairen wat te zeggen kregen in politiek Den Haag. ,,Daarvoor heeft de regering veel steken laten vallen. We werden als halve oorlogsmisdadigers gezien terwijl we gewoon onze plicht deden.” Giessendammer Jaap van Dijk vertelt het met een lichte brok in de keel. Hij kijkt aandachtig naar beelden van dik zestig jaar geleden. Beelden die op het netvlies zijn gebrand.

Door Erik de Bruin

,,We leefden onder primitieve omstandigheden en waren op elkaar aangewezen.” Van Dijk moest als motorordonance berichten overbrengen, wat telkens weer een levensgevaarlijke onderneming was. Ergens in de film die de leden voorgeschoteld kregen wordt verteld dat de soldaten leefden van noodrantsoenen met een toetje vijandelijke kogels. Van Dijk: ,,Het was vooral gevaarlijk omdat je niet eens wist wie de vijand was. Het was een querillaoorlog. Of er veel onschuldige slachtoffers zijn gevallen?”

,,Natuurlijk, dat kon niet anders. Natuurlijk zijn er ook dingen gebeurd die het daglicht niet kunnen verdragen. Als een kameraad sneuvelde nam je maatregelen.” Van Dijk weidt niet graag uit over de gevaren die hij moest trotseren. ,,Ik heb het overleefd, punt.” Hij vindt het sowieso ongepast veel over zichzelf te vertellen. Zijn feilloze geheugen is echter een groot goed voor de verslaggever. Bovendien is hij later driemaal teruggeweest in Nederlands-Indië waarbij hij een ontmoeting heeft gehad met een vroegere generaal van het Indisch leger. In het hol van de leeuw leerde hij zijn vijand kennen als een aimabale en intelligente krijgsheer. ,,We waren het erover eens dat het een zinloze missie is geweest. ‘Als we jullie kennis en onze rijkdommen hadden verenigd waren we nu een welvarend land geweest’, zei hij. Aan weerszijden zijn onnodig veel militairen gesneuveld.” Van Dijk liep tbc op en keerde na een jaar huiswaarts met het hospitaalschip De Grote Beer. Terug op vaderlandse bodem was het hoofdstuk Nederlands-Indië meteen verleden tijd. “Je moest het vergeten en meehelpen met de wederopbouw van Nederland.”

Contactbijeenkomsten

Vergeten doen ze nooit. De afdeling houdt vijf tot zes contactbijeenkomsten per jaar verspreid over de hele regio Zuid-Holland Zuid. Ongeveer honderd veteranen zijn op de invitatie ingegaan. Ze nemen de beelden van vroeger in zich op en maken her en der een sociaal praatje. Tijdens de pauze wordt een verloting gehouden om de kosten te drukken.

advertentie
advertentie