‘Als we maar brood op de plank hebben’

6 april 2010 om 00:00 Nieuws

H'VELD-G'DAM - Ingeklemd tussen de oude dijkhuizen aan Buitendams ligt Autobedrijf de Rover. Al ruim dertig jaar kunnen klanten Jos de Rover in de loods onderaan de stoep vinden, waar hij eerst samen met vader Pieter werkte en tegenwoordig met zoon Peter. Groot is het bedrijf nooit geworden, maar dat is ook niet hun instelling. ,,Je moet tóch werken. Ik weet dat sommige mensen daar tegenwoordig anders over denken, maar voor ons is de hoofdzaak dat onze gezinnen brood op de plank hebben”, verwoordt Jos de nuchtere instelling van het familiebedrijf.

Door Ariënne Megchelsen

In zijn kantoortje van hooguit drie vierkante meter zit Jos achter zijn eenvoudige bureau, waar hij op de computer de administratie bijhoudt. Achter hem in het raam staat een kentekenplaat met ‘Opa Jos’ erop. Staat de volgende generatie alweer klaar om het bedrijf over te nemen? ,,Mijn oudste is twee jaar en de jongste is nog maar nul, dus dat weten we nog helemaal niet”, vertelt Jos’ zoon Peter. ,,Maar ik hoop dat ze slimmer zijn dan wij”, voegt hij er met een grijns aan toe.

,,We zijn met niks begonnen”, vertelt Jos over de beginjaren. Hij en zijn vader sleutelden thuis in de schuur al wel als hobby aan auto’s, maar in oktober 1977 besloten ze een echt bedrijf te beginnen. ,,De eerste jaren waren niet makkelijk. We waren blij als er een klant kwam betalen. Het was toen hard werken; elke avond waren we tot tien uur in de werkplaats en op zaterdag werkten we ook nog door.” Jos en Pieter begonnen op dezelfde plek waar het bedrijf nu nog zit, al hebben ze in 1980 wel een nieuwe loods gebouwd. ,,Onze oude loods was maar negen bij zes meter groot”, herinnert Jos zich. ,,De eerste drie jaar hadden we alleen een krik waarmee we moesten werken. Nu hebben we drie bruggen.”

Het was voor hem de gewoonste zaak van de wereld om met zijn vader en nu met zijn zoon samen te werken. ,,Ik weet eigenlijk niet anders”, antwoordt Jos op de vraag hoe het is om een familiebedrijf te hebben. Zoon Peter zat niet vanaf het begin in de autowereld. Hij werkte eerst bij een schippersbedrijf, maar kwam in 1997 meehelpen in het bedrijf toen Jos een rugoperatie kreeg. Samen met opa Pieter nam Peter de schadeafdeling voor zijn rekening. Sinds 2006 is hij medefirmant in het autobedrijf. ,,Het is de hele dag oorlog”, zegt hij gekscherend over de samenwerking tussen hem en zijn vader.

Jos’ broer Herman heeft ook nog een aantal jaar meegewerkt in het bedrijf. ,,Hij was hier als dertienjarig jochie al aan het meehelpen”, vertelt Jos. ,,Meteen na de ambachtschool is hij hier vast komen werken.” Nog maar kort geleden, in januari, is Herman gestopt met het werk vanwege lichamelijke klachten. Hij blijft nog wel medefirmant.

Autobedrijf De Rover is een echt dorpsbedrijf. ,,We hebben nog veel klanten van het eerste uur”, vertelt Jos. ,,Het verloop onder klanten is niet groot. Onze naam wordt vooral via mond-tot-mondreclame doorverteld. De verhalen die verteld worden op verjaardagen zijn belangrijker dan advertenties.” Een poosje heeft Jos landelijk geadverteerd via internet, maar daar hield hij al snel weer mee op. ,,Er kwamen hier allemaal mensen het terrein op die we niet kenden. Je wist niet meer wie er rondliep. Zo zijn we het niet gewend”, vertelt de ras-Hardinxvelder.

Ook de locatie op Buitendams is ideaal voor het dorpsbedrijf. Links en rechts grenst het terrein aan woonhuizen, aan de voorkant loopt de dijk, en aan de achterkant stroomt de Giessen, dat hier nog maar een klein stroompje is. Achter de Giessen begint het bedrijventerrein ‘De Peulen’. ,,In bijna 33 jaar is er maar één keer ingebroken”, vertelt Jos. ,,Ze hebben toen alleen wat postzegels en een beetje geld meegenomen. De sociale controle is heel groot.” ,,Maar als de Giessen dicht gaat vriezen, dan wordt hij zenuwachtig”, lacht Peter. ,,Dan moet ik van hem de laptop mee naar binnen nemen. Vanaf het industrieterrein kun je dan namelijk makkelijk op ons terrein komen.”

In de dertig jaar dat Jos in de autobusiness zit, is er wel wat veranderd, al is het alleen maar in de werkzaamheden die hij verricht. ,,In het begin deden we vooral onderhoud. Later waren we één van de eerste bedrijven in Hardinxveld die APK-keuringen uitvoerden. Tegenwoordig hebben we ook de apparatuur om computers in auto’s te kunnen lezen. Daar hadden we in de beginjaren nog nooit van gehoord.” ,,Vroeger moest je tobben met de weinige spullen die je had”, vult Peter zijn vader aan. ,,Als er iets kapot was, dan repareerde je het. Nu koop je het gewoon nieuw.” De stress van het tegenwoordige leven gaat het kleinschalige familiebedrijfje ook niet voorbij. ,,Alles moet tegenwoordig snel klaar zijn. Soms bellen mensen ’s ochtends of ze hun auto kunnen brengen en dan bellen ze ’s middags alweer of het klaar is.”

In de toekomst zal Peter het bedrijf voortzetten. Grote plannen om het bedrijf te veranderen heeft hij niet. ,,Daar heb ik eigenlijk nog nooit over nagedacht. Misschien ga ik het pandje een beetje opknappen, maar een grotere garage is sowieso geen optie. We krijgen geen vergunning om uit te breiden, omdat we hier middenin de bebouwing zitten.” Groter worden is ook geen doel van De Rover. ,,Als autobedrijf moet je óf heel groot, óf heel klein zijn”, denkt Jos. ,,Wij kiezen ervoor om klein te zijn. Ik spreek weleens mensen die bij de dealer langsgaan, maar daar kom je niet verder dan de receptie.” ,,Veel mensen vinden het fijn als ze weten wie er aan hun auto gewerkt heeft. Als er iets niet goed is, kunnen ze de volgende dag terug komen om je te slaan”, lacht Peter.

Jos is niet bang dat zijn bedrijfje opgeslokt wordt door de ‘autogiganten’. ,,In de recessie merkten we dat weer. Bij grote reparaties scheelt het vaak honderden euro’s met grote bedrijven. Dan komen de mensen toch hierheen."

Dit was de eerste aflevering in onze reeks 'Familiebedrijven'. De komende week stellen wij de andere deelnemers aan de verkiezing 'Familiebedrijf van het Jaar' voor. Deze wedstrijd is georganiseerd door Het Kompas, in samenwerking met de NNP (Nederlandse Nieuwsblad Pers).

advertentie
advertentie