‘Mooie dames zijn de vitamines’

12 mei 2010 om 00:00 Nieuws

In de kantine van aannemersbedrijf Van den Berg uit Hardinxveld dronk hij vrijdag met zijn collega’s een afscheidsborrel. Bij dit bedrijf werkte hij de laatste 25 jaar. ,,Piet is echt wel uniek. Ik heb het nog nooit meegemaakt dat iemand 47 jaar stratenmaker was”, vertellen eigenaren René en Dietrik van den Berg. Piet lijkt er zelf niet zo van onder de indruk te zijn. ,,Ik heb er nooit problemen mee gehad om te werken.”

Stratenmaker na 47 jaar met prepensioen H’VELD-G’DAM – Hij heeft het momenteel een beetje in zijn rug omdat hij zich heeft vertild, maar verder is hij nog zo fit als een zestigjarige maar kan zijn. En dat terwijl Piet Tromp in de afgelopen 47 jaar zo’n 600.000 vierkante meter straat heeft aangelegd. De mooie dames hielden hem daarbij op de been. ,,Dat is de stratenmakersvitamine. Stenen had ik op een gegeven moment wel genoeg gezien. Nee, fluiten deed ik niet, maar het aanzicht is toch leuk hè!” Vrijdag 7 mei vond Piet het mooi geweest en ging hij met prepensioen.

Door Ariënne Megchelsen

Op zijn veertiende begon hij bij Firma Ritmeester. ,,Mijn vader was ook stratenmaker. Hij zei: ‘Als je geen zin hebt om te leren, ga je maar met mij mee’.” Piet was tot zijn zestiende leerling-stratenmaker; daarna kon hij als volleerd stratenmaker aan de slag. ,,Die kilometers die ik afgekropen heb… Ik denk dat ik Hardinxveld in al die jaren wel vijf, zes keer op en neer gekropen ben.” Hij herinnert zich nog goed de omstandigheden waaronder stratenmakers vroeger moesten werken. ,,Als schaftkeet hadden we niet meer dan een zeiltje waar we onder konden zitten. Later kwamen er keten waarvan de voorkant open was; die moest je tegen de wind in draaien. Dat was toen alles.” Voordelen waren er in die tijd ook wel. ,,Als je aan de dijk moest werken, legde je het gereedschap ’s avonds onder een kruiwagen, zodat je het de volgende dag weer kon pakken. Dat kun je nu niet meer doen.” Toen Piet begon, was net het betaalde vorstverlet ingesteld. ,,Vóór die tijd kregen stratenmakers niet betaald als ze tijdens de vorst niet konden werken. Dan moesten ze maar zien hoe ze aan geld kwamen. Vaak gingen ze hout hakken of riet snijden. In de winter van ’63-’64, toen ik begon, hebben we veertien weken in het vorstverlet gelopen, maar vanaf toen werd je dan gelukkig doorbetaald.”

Als Piet nog drie jaar had doorgewerkt, had hij zijn vijftigjarig jubileum kunnen vieren. ,,Ja, moet het nog gekker?” reageert hij ad rem. ,,Dan had ik hier (bij aannemersbedrijf Van den Berg, red.) ook nog wel drie maanden kunnen blijven om de 25 jaar vol te maken. Nee hoor, nu is het afgelopen. Maar ik ga niet stilzitten, dan gaat het niet goed. Ik heb thuis een aardig tuintje en schilderwerk dat twee, drie jaar achterloopt. En ik ga een paar keer per jaar op vakantie. Lekker naar Turkije, Griekenland en de Canarische Eilanden.”

advertentie
advertentie