Ongeneeslijk besmet met duivenvirus

14 juli 2010 om 00:00 Nieuws

H'VELD-G'DAM – Toen Jan Strijker (63) een jaar of negen was bouwde hij stiekem een konijnenhok van zijn vader om tot duivenkooi. ,,Ik weet nog goed dat ik ervoor op mijn duvel kreeg. Wij woonden aan de Rivierdijk en daar liepen vaak duiven rond, die ik dan ving. En zo is het begonnen.” Ook het bouwen is Jan blijven doen, want ooit op zijn twaalfde als metselaar begonnen werkt hij al vanaf dat hij een jaar of veertien is als timmerman. Zelfs privé gaat er heel wat hout door Jan Strijker zijn handen. ,,Ik ben nog echt een ouderwetse en maak alles zelf, dus dat zou je een uit de hand gelopen hobby kunnen noemen.” Bij de duivensport, de echte passie van haar echtgenoot, is ook Lien (62) actief betrokken, want hoewel Jan samen met zoon en naamgenoot Jan actief is als Combinatie Strijker bij de Postduiven Vereniging Stormvogels, is Lien degene die de vogels opvangt als Jan voor zijn werk van huis is.

Door Margreet Strijker

Jan noemt haar het onmisbare derde wiel aan hun wagen, wat door Lien gerelativeerd wordt met: ,,Nou dat valt wel mee hoor. Alleen in noodgevalletjes fungeer ik als oppas voor de kleinkinderen én voor de duiven. Want tegenwoordig is dat niet zo heel vaak meer nodig, maar vroeger was hij van maandag tot vrijdag foetsie. Toen de kinderen klein waren zette ik ze weleens met kinderstoel en al in het hok, zodat ik ze toch in de gaten kon houden. Maar ik deed en doe het graag hoor. Als de duiven terugkomen laten ze zich met hun vleugels helemaal omhoog net zoals een valk die z’n prooi pakt, op het hok vallen en dat is een hartstikke mooi gezicht.” Maar eerlijk is eerlijk soms heeft ze het ook weleens over "die rot duiven” als ze op bijvoorbeeld op verjaardagsvisite willen en niet op tijd weg kunnen omdat er eentje nog niet binnen is.

Duivensport bestaat uit het racen met duiven in wedstrijdvluchten. Een belangrijk onderdeel is het kweken en trainen van postduiven. Van de kinderen Strijker (één dochter en drie zoons) is alleen naamgenoot Jan (34) ook aangestoken door het duivenvirus. Lien: ,,Hij was een jaar of 13 en had iets heel fouts uitgespookt. Ik zei: 'je gaat voor straf voor je pa de duivenhokken maar schrappen (schoonmaken) dan kun je het terug verdienen'.” Waarop Jan lachend opmerkt: ,,En van een straf is het een handicap geworden.” Bij Jan junior staat een hok van zes meter met een ren, die gebruikt wordt om te kweken. ,,Dat is waar het om gaat, daar keren ze naar terug en daar leren we ze op. Dat opleren begint met korte stukjes, eerst naar Sliedrecht dan Baanhoek, Dordrecht en Moerdijk en zo van lieverlee verder.” Bij Jan en Lien staan in de achtertuin twee hokken met 30 en 67 duiven erin. Jan maakte ze zelf van soms wel 60 jaar oud hout, dat hij opspaarde van de resten op zijn werk.

De duivensport is een arbeidsintensieve hobby. Jan is er elke dag na werktijd van ongeveer kwart over vier tot half negen zoet mee. Ze moeten allemaal op tijd gevoerd worden en ook het schrappen van de hokken kost nogal wat tijd. Het wedstrijdseizoen loopt van april tot half september en soms zijn er wel drie vluchten per week. Bij toerbeurt draaien de leden ‘laaidiensten’ bij Postduiven Vereniging Stormvogels om de duiven in te korven. Daarna worden de dieren in de manden naar de zogenaamde losplaatsen in bijvoorbeeld Frankrijk of Spanje gebracht. Thuis laten de Strijkers hun dieren altijd op vaste tijden uitvliegen. ,,Dat is goed als je werkt met wedstrijdduiven want dan kun je de beste prestaties leveren. Maar we laten ze ook niet de hele dag door los omdat we natuurlijk geen armoe met de buren willen.”

Er is overigens de laatste decennia nogal wat veranderd in het duivenwereldje. Werd er vroeger gewerkt met een mechanische klok, waar je de rubbers die aan de ringen om de poten zaten in moest leggen om ze te registreren, tegenwoordig is alles gedigitaliseerd. Combi Strijker werkt al zo’n elf jaar met chipringen die bij het landen contact maken met de antenne van de elektronische duivenklok. ,,Als ze op de hokken vallen dan hoor je 'piep-piep', net als bij de kassa’s van de supermarkt.” Het allernieuwste is een losse chip die in de voetring geschoven kan worden. Voor de dieren zelf is het allemaal een stuk rustiger geworden, want vroeger moesten de duiven dus zo snel mogelijk gevangen worden om de rubbers eraf te halen. Jan senior zelf heeft niet zoveel met de computerwereld, maar de jongere helft van Combi Strijker staat daar anders tegenover. Hij neemt het digitale gedeelte van de duivensport voor zijn rekening.

,,Ja, er is veel veranderd. Dit hele computergebeuren kostte ongeveer 3500 euro. Vroeger had je geen eens geld voor een eigen klok. Dan werd er door de familie of de buurt één op een paal gezet waar je met elkaar gebruik van maakte.” Hoewel Jan senior niet met alle vernieuwingen even blij is, kan hij volgens eigen zeggen nog steeds echt niet zonder zijn duiven. En Lien kan niet anders dan dat beamen: ,,Als Jan zijn duiven opruimt kun je maar beter gelijk de huisarts bellen, want dan gaat het niet goed.”

advertentie
advertentie