Aan de weg timmeren

27 januari 2011 om 00:00 Nieuws

INGEZONDEN

Ex-wethouder Berend Buddingh van de gemeente Giessenlanden slaagt er telkenmale in de aandacht op zich te vestigen. Zijn teleurstelling over het mislopen van het wethouderschap kan hij kennelijk moeilijk verkroppen. Hij schetst een volledig irreëel beeld van wat de Giessenlanders te wachten staat als zijn ideeën niet serieus genomen worden. Wat te denken over visioenen van twee kunstgrasbanen per voetbalvereniging en twee mini wozoco’s in Noordeloos. Alblasserwaarders zijn nuchtere mensen. Wie zulke uitspraken debiteert kan niet serieus worden genomen. Niemand twijfelt er nog aan dat ieder dorp, hoe klein ook, een volledig niveau van voorzieningen kan hebben. Hij onderschat de pragmatische benadering van de overige raadsleden en die van de Giessenlanders.

Het dogma dat grotere eenheden economischer functioneren wordt zelden bewaarheid. De veronderstelde voordelen van kolossale verzorgingsinstituten, mega-onderwijsinstellingen en grote gemeenten blijken vaak niet waargemaakt te kunnen worden. De voordelen van grotere eenheden worden meestal teniet gedaan door het aantrekken van teveel medewerkers en de hogere inkomsten van de bestuurders.

Wethouders met een sterke carrièredrang willen zich graag profileren en initiëren dan vaak dure, onrendabele projecten waar de inwoners niet op zitten te wachten. In kleinere gemeenten wordt zo’n wethouder snel tot de orde geroepen. In grotere gemeenten is dat mechanisme veel zwakker .Het is een bekend gegeven dat Buddingh ambities koestert om kamerlid te worden. Zijn geslaagde uitnodiging van minister Bos was daarvan een duidelijk signaal.

Ook met het windturbine project tracht hij zich op de kaart te zetten. Een wethouder zonder aantoonbare kennis van energieopwekking en die ook niet in staat is literatuur en adviezen van deskundigen objectief te beoordelen zou bescheidener moeten zijn.

Cineast Al Gore en mevrouw Cramer waren voor Buddingh blijkbaar de personen waar hij blind in geloofde. Hij heeft kennelijk veel moeite met het onderscheiden van ficties en feiten. Het gaat voorstanders van windenergie niet om de nuchtere feiten om tot rationele beslissingen te komen; ze koesteren het blinde geloof met een goede zaak bezig te zijn en sluiten zich volledig af voor de vele evidente nadelen. Wie de publicaties bestudeert van onder anderen Dr. Jansen (geoloog), Ir. Halkema (elektrotechnicus) en D. MacKay (fysicus) krijgt de nuchtere feiten voorgeschoteld. Daaruit blijkt dat windturbines als alternatieve energieopwekkers schaarse voordelen en vele nadelen kennen.

De stelling: de aarde warmt op, de zeespiegel stijgt en de fossiele brandstoffen raken op dus we moeten windturbines bouwen om een bijdrage te leveren aan deze problemen is een onverantwoorde simplificatie van de werkelijkheid. Als je activiteiten uitsluitend berusten op lobbyen, netwerken, media aandacht realiseren en jezelf profileren ben je nogal beperkt bezig. Terzijde: hulde voor de molenverkoper die er in geslaagd is de heer Budding en heer de Groot voor zijn belangen te interesseren. Natuurlijk moet de overheid investeren in alternatieve energiebronnen. Maar als de nadelen de natuur en de leefomgeving aantasten moeten er zwaarwegende redenen voor bestaan. Dat Buddingh niets begrijpt van het turbine project blijkt onder andere uit zijn volgende claims:

- Giessenlanden zou energie-selfsupporting worden. De werkelijkheid is dat deze molens 9 maanden per jaar weinig of geen energie leveren en wanneer we de opgewekte energie van de overige 3 maanden over een jaar uitsmeren dekt dat nog geen 5 % van de werkelijke behoefte.

- We zouden zonder deze windmolens het risico op natte voeten vergroten. Als alle geplande windturbines in 2020 gebouwd zijn, vermindert dat de zeespiegelstijging met minder dan 0,1 mm per eeuw. Een ingenieur van R.W.S. zal zich te pletter lachen als hij verneemt dat de onvermijdelijke toekomstige dijkverhogingen maar ter dikte van een postzegel minder hoog hoeven te worden.

Een techneut zou zich generen als hij zulke wartaal publiceerde; een politicus kan wegkomen met het smoesje dat hij de grote lijnen volgt en het algemeen belang dient. Ook het werkgelegenheidsargument is in feite het creëren van gesubsidieerde banen.

Het principe van het rentmeesterschap is een nobel streven. Het Alblasserwaardse polderlandschap ontsieren met deze overbodige wentelwieken en het woongenot van veel Giessenburgers verstoren voor de illusie van milieuwinst heeft weinig met rentmeesterschap te maken. Het Giessenlandse turbineproject is inmiddels achterhaald; hetzelfde geldt voor verdere samenvoeging van gemeenten. Dat nog grotere gemeenten efficiënter zijn is zeer twijfelachtig. Terecht is de Giessenlandse raad al jarenlang bezig om bepaalde diensten, indien gewenst, met buurgemeenten te coördineren. De inspiratie van het windturbineproject kwam blijkbaar van min. Cramer en Al Gore.

Inmiddels is bovenmeester Fransen het orakel wat betreft de samenvoeging van gemeenten. Buddingh gebruikt het begrip investeren als het in feite gaat om beschikbaar stellen van gemeenschapsgelden respectievelijk het subsidiëren van bestaande voorzieningen. Het is nogal populistisch om ruimhartig in te gaan op claims van verenigingen of organisaties. Maar aan alles hangt een prijskaartje. Leuke dingen voor Giessenlanders réaliseren en de rekening aan dezelfde inwoners presenteren!

Buddingh beschuldigt de raad van onevenredige invloed van de S.G.P. In tijden van economische onzekerheid is het weloverwogen aanwenden van gemeenschapsgeld zeker niet verkeerd. Voorstanders van het behoud van het fraaie polderlandschap en het woongenot onderschatten de invloed die de heer Buddingh en de heer de Groot bij het provinciale bestuur kunnen uitoefenen . Stopzetten van dit project ervaren ze als verlies aan prestige. De belangen van de inwoners zijn blijkbaar van minder belang.

G.M.J. van Noordennen.

advertentie
advertentie