'Ik verlang nog wel naar vroeger, maar ik kan beter vooruit kijken'

27 oktober 2012 om 00:00 Nieuws

H'VELD-G'DAM - Hij weet niet precies de datum, maar wel de maand. In augustus dit jaar staat Koos van Zwienen, het gezicht van De Drie Snoeken en Damrak, alweer veertig jaar achter de bar. Veertig jaar van vreugde, verdriet, spanning, vermoeidheid, berusting en moed. ,,Als ik iets doe wil ik het goed doen. Dat is de aard van het beestje.''

Door Annika Both

Op zijn achtste jaar stond Koos al patat te bakken bij Tante Lijn, de overbuurvrouw. Van zijn ouders mocht hij niet in het café komen, maar daar kwam na vier jaar verandering in. ,,Ik moest een pilsje tappen voor ome Dirk. Als me dat in één keer lukte mocht ik van mijn vader op vrijdagavond achter de bar staan. Dan kon hij klaverjassen.'' Koos vond het leuk om zijn ouders te helpen, maar ambieerde niet de zaak over te nemen. ,,Na de Mavo wilde ik steward worden. Helaas was ik te jong. Ik moest terug komen wanneer ik achttien was.'' Koos houdt vast aan zijn droom, maar is genoodzaakt die wens na enkele jaren te laten varen. ,,Mijn vader werd ziek. Hij genas van keelkanker, maar het kwam terug. Hij is overleden op mijn 24e. Op zijn sterfbed heb ik hem beloofd het café voort te zetten. Want hij zei dat ik het kon.'' Koos houdt zich aan zijn belofte en is nu nog horeca-ondernemer, ondanks dat hij menigmaal in zwaar weer heeft verkeerd. ,,Ik heb er nooit spijt van gehad en heb me altijd volop ingezet. Ik doe het met plezier. Dat kan ook niet anders want anders houdt je het niet zo lang vol.''

'Grote familie'

De Drie Snoeken was jaren geleden the place to be voor de omgeving. ,,In het weekend was er ongeveer achthonderd man.'' Het café wordt eigenlijk vaker 'Koos' genoemd, naar de eigenaar en gastheer. ,,De zaak was mijn leven. Je denkt er eigenlijk niet bij na, je groeit erin.'' Tegenwoordig kan men alleen herinneringen ophalen want in 2001 sloot het café. Het is compleet vervallen door de dijkomlegging. ,,De Drie Snoeken was één grote familie. Doordeweeks had je de stamgasten en op vrijdagavond kwamen ome Dirk, ome Puk en tante Jo klaverjassen. Als dat was afgelopen deed ik de deuren open en draaide muziek. Jong en oud zat door elkaar; het beet elkaar niet. Moeders zaten met hun kinderen aan de bar. Dat zie je nu niet meer. Het is niet meer zoals toen.'' Koos zucht. De tijden zijn veranderd. ,,Zondags serveerden we ook eten. In het begin deden we dat nog niet. Toen gingen we gerust met heel de kroeg chinezen. Later hadden we een menu.'' Lachend: ,,Mijn moeder en ik stonden samen te koken in de keuken en schoven de vuile borden, van drie gangen, zo in de garderobe.'' Hij wil niet te veel terugblikken. ,,Ik verlang er nog wel naar terug, maar ik kan er niet te lang over mijmeren. Ik moet vooruit kijken.''

'Grote klap'

Hij vertelt hoe De Drie Snoeken aan zijn einde kwam. ,,Toen ze de eerste damwand van de nieuwe dijk trilden - ik weet het nog goed, het was op een maandag - hoorden we een grote klap. De vloer scheurde en een plavuis sprong zo hoog als de barkruk. Het gebouw bleek later 15 bij 11 centimeter verzakt op de hoeken. Bovendien werd het land tussen de nieuwe dijk en de Buurt een binnenpoldertje en kregen we ineens water in de kelder. De grond zakte letterlijk onder onze voeten weg. Onze droom stortte in elkaar. De kaarsen op tafel werden uitgeblazen door de wind, die door de schuren in de muren kwam. Op zolder kon ik zelfs tot mijn elleboog in de muur. De schadevergoeding van het hoogheemraadschap dekte maar twintig procent van de werkelijke schade. Op televisie zag ik dat in Israël in een disco het plafond was ingestort. Ik dacht: ik vergeef het mezelf nooit als dat bij ons gebeurt.'' In 2001 sloot Koos De Drie Snoeken.

'Ik doe wat ik wil'

De horeca-ondernemer zocht locaties om ergens anders opnieuw te beginnen. Hij kreeg echter geen vergunning. ,,Ik voelde me tegengewerkt. Wethouder Tromp zei simpelweg tegen me: Het is je eigen pakkie aan, dat is ondernemersrisico. Ik liep jaren tegen muren aan. Op een gegeven moment was ik op.'' Indertijd was Koos eveneens eigenaar van Charlie Chaplin, tot hij tien jaar geleden De Damrak kocht. ,,Dat was binnen no-time beslist. Het was een heftige tijd. Na een halfjaar kreeg ik een burn-out en kort erna nog één. Pas sinds een halfjaar ben ik echt mezelf. Het is mijn café en het is zoals ik het wil. Ik heb te veel naar andere mensen geluisterd. Nu ik doe wat ik wil loopt het café weer als een trein.'' Hij ontvangt veel steun van zijn moeder. ,,Mijn moeder was de grote drijfveer. Ik had het nóóit alleen gekund. Zij zorgde voor de financiën, dat de boekhouding klopte. Mijn moeder helpt nu nog mee. Ze heeft hart voor de zaak.'' Koos nam eveneens het initiatief voor een feestavond op Koninginnedag. Inmiddels is dat vijftien jaar geleden en zijn de feestweken die worden georganiseerd door Het Vierspan een begrip in het dorp.

Gemeenteraadslid

Koos zegt altijd geïnteresseerd te zijn geweest in politiek. ,,Mensen denken dat ondernemers voor de VVD stemmen, maar ik doe dat niet. Mijn vader zei: als het de arbeiders goed gaat dan gaat het met ons ook goed. Ik ben met het gedachtegoed van de PvdA opgevoed.'' Hij kwam onverwacht in de gemeenteraad doordat hij als lijstduwer veel voorkeursstemmen kreeg. Hij zette zich onvoorwaardelijk in en liet zelfs de stukken naar Spanje faxen toen hij op vakantie was. ,,Ik houd niet van half werk. Ik zit er toch voor de gemeenschap?'' Na drie jaar stopte hij vanwege een burn-out. Nu is hij lid van de steunfractie. ,,Ik krijg jammer genoeg geen stukken opgestuurd. Nee, ik ga niet naar de raadsvergadering als toeschouwer. Ik wil weten waar het over gaat. Dat is de aard van het beestje. Ik ben een echte steenbok; ik wil alles tot in detail regelen. Steenbokken staan bekend om hun eigenzinnigheid. Dat is misschien wel een nadeel. Het liefst trek je je eigen plan. Als ik dat wat minder had kon ik me misschien beter aanpassen. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet flexibel ben. Er leiden meerdere wegen naar Rome. Maar ik kies wel de weg die ik wil.''

Volgens hemzelf is hij een open boek. ,,Alleen als je authentiek bent is er sfeer.'' Maar er is ook een keerzijde: ,,Sommige dingen moet je verbijten. Klanten verwachten dat je altijd vrolijk bent. Ze komen niet naar het café om jouw problemen aan te horen want ze hebben hun eigen sores. Dat moet je leren: mensen komen voor het feest.''

advertentie
advertentie