In 1982 houdt tandarts Van Eck een receptie in restaurant Kampanje.
In 1982 houdt tandarts Van Eck een receptie in restaurant Kampanje. Historische Vereniging Hardinxveld-Giessendam

De tandarts houdt receptie

2 november 2022 om 09:42

Uit Het Kompas

HARDINXVELD-GIESSENDAM De Historische Vereniging Hardinxveld-Giessendam zoekt maandelijks leuke berichtjes uit Het Kompas van zo’n dertig, veertig of vijftig jaar geleden. De ene keer is het een advertentie, de andere keer een opvallend nieuwsbericht. Dit artikel is uit Het Kompas van 10 november 1982.


Tandarts Van Eck was een begrip in Hardinxveld-Giessendam en Giessenburg. Jarenlang was hij de enige tandarts voor de inwoners van ons dorp. Hij werkte bijna dag en nacht. In die jaren was de tandzorg aanzienlijk minder verfijnd dan nu, maar Van Eck deed zijn best, en hoe. Hij was bezeten van zijn vak, tot hoge leeftijd volgde hij cursussen en trainingen ter verbetering van zijn vakkennis en techniek. Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde hij in 1997 met zijn ‘Annie’. Lang heeft het niet geduurd, slechts 4 jaren waren ze samen intens gelukkig. Tandarts Van Eck overleed in december 2001 na een kort ziekbed. Hij was niet altijd onomstreden, en kon soms wat hoekig zijn, iets wat niet iedereen kon waarderen. Maar meestal was hij opgeruimd, wat gezien de enorme werkdruk en zijn moeilijke persoonlijke omstandigheden toch wel heel bijzonder was.


 

Voor drs. H. van Eck wordt het a.s. vrijdag een drukke dag, met ’s middags van 5 tot 7 uur een receptie voor zijn patiënten in de grote zaal van restaurant Kampanje, waarna een half uur later door zestig van zijn vrienden het glas op het echtpaar zal worden gegeven.

Daar zijn twee aanleidingen voor: Op 1 oktober 1957 vestigde hij zich als tandarts in de Peulenstraat in Hardinxveld-Giessendam en op 2 november trouwde hij met zijn Trudy. De tandarts werd op 27 augustus 1925 in Wijk bij Duurstede geboren, bezocht het Gymnasium in Utrecht, waar hij zijn Bèta deed en studeerde eveneens te Utrecht, wat opgehouden door de oorlog, voor tandarts. Hij studeerde af in hetzelfde jaar waarin hij zich in Hardinxveld-Giessendam vestigde.

Het ziekenfondsconflict was toen net achter de rug, dat vreemde conflict waarvoor de fondspatiënten een kwitantie moesten tekenen na de behandeling. Het was de laatste ambtelijke oprisping die Felius nog meemaakte, de tandarts die liever ging boeren in Canada. Onder Van Eck groeide het aantal patiënten op bijna geruchtmakende wijze.

De wachttijden voor kronen, bruggen en gebitten werden steeds langer. De spreekuren werden niet alleen voor hem een bezoeking, maar ook voor de patiënten. Een spreekuur met gemiddeld zestig tot zeventig patiënten werd normaal. Het record werd gebroken op de dag dat hij verhuisde naar zijn nieuwe woning bij de rivier: 129!


MERKWAARDIGE MAN Er was een vrouw die wol en breinaalden had meegenomen en een nieuwe trui voor haar man opzette. Zo nu en dan ging de tandarts eens naar de wachtkamer om te kijken hoe het met de wachters gesteld was. ,,Hoe lang kan het nog duren?” vroeg de vrouw aan de tandarts. Onverstoorbaar, nooit uit zijn evenwicht te brengen, antwoordde de tandarts: ,,Als je geluk hebt is de trui vanavond af.” Een merkwaardige man, die tandarts Van Eck.

In een zeer snel veranderende tijd blijft hij de laatbloeier van een romantiek, die door de tijd allang is ingehaald. Ondanks het feit dat hij door de vele ziekten van zijn vrouw eigenlijk een zorgelijk leven achter de rug heeft, een tijd waarin hij vaak lange tijd alleen was met zijn zoontje, inmiddels uit de kluiten gewassen tot een boom van een kerel. Uit die tijd dateert waarschijnlijk ook de wonderlijke diepe vriendschap tussen vader en zoon, die beiden alles samen doen.

De tandarts heeft het in Hardinxveld-Giessendam altijd goed naar zijn zin gehad. Zelf beschikkend over een wat calvinistische mentaliteit kwam hij niet in aanvaring met de heersende mentaliteit hier. Als natuurliefhebber, waardoor een mens zo vaak geconfronteerd wordt met zijn eigen kleinheid, leerde hij een bepaalde soepelheid, zonder pretenties, om met iedereen om te gaan en te praten.

Zijn vrije tijd vulde hij met vossen, vogels kijken en heel vroeger zag hij er niet tegen op om eens te gaan stropen. Het grootste feest is nu voor hem de eigen paling te roken, met wat vrienden in de buurt, die dan moeten keuren, met een glas witte wijn in de hand als de finishing touch van het ritueel. Ook lezen deed hij veel, vooral geschiedenis. Maar zijn liefhebberijen kwamen in de knel doordat hij het veel te ruk had. Zelf heeft hij zijn uiterste best gedaan om er twee tandartsen bij te krijgen waardoor hij veel meer palingen kon roken en boeken over geschiedenis lezen. Deze levenskunstenaar heeft zich voor zijn zoon vaak een toekomst gedroomd, die louter uit vissen en jagen zou bestaan, maar daarin is hij mislukt. Zijn zoon en kameraad Melco, heeft wel dezelfde liefhebberijen, maar is bezig aan zijn doctoraal op de zelfde universiteit waar zijn vader studeerde. De rode loper ligt voor hem klaar. Als pa zich helemaal aan de snoekbaars gaat wijden zal Melco de praktijk wel overnemen.

Drs. H. van Eck zit nog een tijdje vast aan het kroon- en brugwerk. Een troost voor hem: paling zal er altijd zijn en wat in het vat zit verzuurt niet.