Kamervragen over registratie hangjongeren

9 mei 2007 om 00:00 Nieuws

,,Hangjongeren die niet op de foto willen, worden niet gedwongen zich toch op de gevoelige plaat vast te laten leggen.” Dit verklaart politie-woordvoerster Claudia Stuij van Politie Zuid-Holland-Zuid.

Politie ZHZ: ‘Foto’s zijn puur geheugensteun’ REGIO - Politie Zuid-Holland-Zuid kwam vorige week in het nieuws omdat agenten in het kader van het Jeugdinformatiesysteem (JIS) honderden hangjongeren hebben gefotografeerd. Niet alle jongeren zouden daar toestemming voor hebben gegeven. In de Tweede Kamer bestaat de vrees dat de politie hiermee de privacy-regels overtreedt. De Kamer heeft om een onderzoek gevraagd.

Door Mirjam de Swart

De foto’s en privégegevens zijn vastgelegd in een database. 174 jeugdgroepen staan geregistreerd. Het informatiesysteem is opgezet, omdat de jongeren volgens de politie weliswaar geen strafbare feiten hebben gepleegd, maar wel een bedreiging vormen voor de openbare orde.

,,Wij zijn al anderhalf jaar bezig met het in kaart brengen van deze jongeren. Jongeren worden niet zomaar op de foto gezet. Daar moet wel een aanleiding voor zijn. Bovendien als jongeren niet op de foto willen, gebeurt dat ook niet.” Stuij ontkent hiermee het gebruik van een telelens zoals in het NOS-journaal te horen was.

Stuij: ,,We houden ons aan de regels die ons worden opgelegd. Het college bescherming persoonsgegevens weet van onze werkwijze en keurt deze ook goed. Dat er kamervragen worden gesteld vinden wij als korps prima, maar wij overtreden het privacyreglement niet.” Volgens Stuij werken de meeste jongeren zonder problemen mee aan het onderzoek. ,,Soms maken ze zelf ook foto’s met hun mobieltje. We richten ons ook niet op de jongeren als individu, maar puur op de groepen die er zijn in een stad of dorp. We willen zoveel mogelijk te weten komen over de samenstelling van deze verschillende jeugdgroepen. Het is puur een intern geheugensteuntje. Vroeger had je de wijkagent die het allemaal in zijn notitieboekje opschreef, maar als hij ziek werd wist niemand waar hij mee bezig was. Op deze manier proberen we dat te voorkomen.”

Aan de hand van een vragenlijst beoordeelt de politie of de groep zogenaamd hinderlijk, overlast-gevend of crimineel gedrag vertoond. ,,Negentig procent van de groepen gedragen zich slechts hinderlijk. Te harde muziek, alcohol op straat, ronkende scooters. Slechts tien procent van de groepen geeft echt overlast. Er is dan sprake van vernielingen. Criminele jeugdgroepen kennen we in deze regio niet,” aldus Stuij.

Stuij geeft aan dat het jeugdinformatiesysteem slechts een hulpmiddel is bij het bewaken van de openbare orde. ,,We gaan altijd eerst een gesprek aan. We beginnen echt niet in het wilde weg met de fotocamera te zwaaien.”

advertentie
advertentie