‘Wij hebben zelf al regels op dit gebied’

Protest tegen nieuwe Drank- en Horecaverordening

H’VELD-G’DAM – ,,De overheid moet zich niet bemoeien met prijzen van alcohol van detailhandel en horeca.’’ De presentatie van de nieuwe plaatselijke Drank- en Horecaverordening viel afgelopen donderdagavond niet in goede aarde. ,,Laat de prijs aan ons over’’, zei woordvoerder Boer van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. ,,Wij gaan er verstandig mee om.’’

Door Annika Both

Gemeenten in Nederland moeten een nieuwe Drank- en Horecaverordening vaststellen. Dit zijn zij verplicht vanwege de per 1 januari dit jaar vernieuwde Drank- en Horecawet. De belangrijkste verschillen tussen de oude en nieuwe verordening zijn het mogelijk verbod op prijsacties in horeca en detailhandel en strenger beleid op het gebied van oneerlijke concurrentie (ook wel mededinging genoemd) tussen verenigingen, stichtingen en reguliere horeca. Het doel van de nieuwe wet is het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren, alcoholmisbruik bij ouderen en het verminderen van administratieve lasten. ,,Alleen voorlichting gaat geen gedrag veranderen. Daar is een combinatie met beleid en handhaving voor nodig’’, aldus Anneke Risselada, projectleider Verzuip jij je Toekomst?! Iedere gemeente is verantwoordelijk voor de eigen verordening. Daardoor kunnen regels per plaats nogal eens verschillen. Volgens Risselada is in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden veel regionaal geregeld. ,,Regionale samenwerking is efficiënter, zeker in verband met het voorkomen van alcoholtoerisme en het uitwisselen van toezichthouders op elkaars grondgebied.’’

De verordening kon meteen al op veel protest rekenen. Zo vindt het CBL, de branchevereniging voor supermarkten en andere bedrijven in voedingsmiddelen, nieuw beleid niet nodig. ,,Wij hebben zelf regels op dit gebied. Wij trainen onze caissières, rusten onze kassa’s uit met een ID-scanner en zetten mysteryshoppers in om onze medewerkers te toetsen. Bovendien hebben wij geen ruimte om 40% korting te geven, ons gemiddelde ligt tussen 25 en 35%.’’ Tromp vroeg zich af hoe het Hervormd Centrum werd beoordeeld. ,,Bij een vereniging kijk je simpelweg naar de statuten. Die hebben wij echter niet. Wij organiseren ontzettend veel activiteiten, maar hebben wij in de toekomst nog wel kans op een vergunning? Wij willen rechtsgelijkheid met verenigingen en stichtingen.’’ Meerdere aanwezigen, zo ook de raadsleden, twijfelden over de definitie van ‘oneerlijke mededinging’. ,,Schijnbaar ontstaat dit wanneer er voor de activiteit een passende gelegenheid is bij de plaatselijke horeca. Dat is hier in Hardinxveld-Giessendam volop, dus kunnen we concluderen dat feesten in kantines en andere zalen straks verboden zijn?’’ Gemeentelijk jurist Orde en Handhaving Willem Bronkhorst verklaarde: ,,De statuten zijn enkel een handvat voor de handhaving onder leiding van de burgemeester. De beleidsregels worden trouwens vastgesteld door de raad. Deze kan uitgebreid beschrijven hoe zij het beleid voor zich ziet.’’ Het antwoord bracht echter geen verlossing: de discussie in de raadszaal moest uiteindelijk onder gebrom gestaakt worden door de voorzitter.