Philippo: naleving mondkapplicht in supers moet beter

HARDINXVELD-GIESSENDAM Fractie PHILIPPO vindt dat de handhaving van de mondkapjesplicht in supermarkten te wensen overlaat. Die heeft daarom het Hardinxveldse college van burgemeester en wethouders hierover aan zijn mouw getrokken.

door Ward den Besten

Raadslid Robert Philippo van de eenmansfractie benadrukte dat het dragen van een mondkapje verplicht is in alle publieke binnenruimtes, zoals supermarkten. Vanwege de zeer besmettelijke omikronvariant is het volgens hem extra belangrijk dat in de drukbezochte supers een mondkapje gedragen wordt om de kans op besmetting te verkleinen. Hij wilde weten of het college met de supermarkteigenaren hierover in gesprek is en dat zij erop worden gewezen dat het hun verantwoordelijkheid is om klanten zonder mondkapje de toegang te weigeren.

Ja, was het antwoord donderdag van burgemeester Dirk Heijkoop. ,,Onze toezichthouder voert regelmatig controles uit, ook in supermarkten en de overige winkels.’’ Dat doet hij zowel in uniform als in burgerkleding, legde Heijkoop uit. ,,En daarbij voert hij ook gesprekken met filiaalhouders en de ondernemers die daarvoor verantwoordelijk zijn.’’

,,De meeste ondernemers hebben hun plicht op controle op het dragen van mondkapjes door personeel en klanten prima op orde wat mij betreft’’, zei de burgemeester. ,,Wel benadruk ik dat de naleving primair een verantwoordelijkheid is van de mensen zelf.’’ Als de boa in een winkel een klant ziet zonder mondkapje zal diegene dan ook eerst zelf worden aangesproken.

Toch moest Heijkoop ook vaststellen dat de naleving van de mondkapjesplicht niet altijd even consequent gebeurt. ,,Helaas zijn er in het land toch enkele gewelddadige incidenten geweest met medewerkers die klanten aanspraken op de mondkapjesplicht. En hierdoor is mijn inziens ook wel enige terughoudendheid ontstaan bij de ondernemers om daar zeer stevig tegen op te treden. Indien de gemeente echter overtredingen constateert, zal ik wel degelijk optreden door bijvoorbeeld het opleggen van een last onder dwangsom, maar dat begint uiteraard met een schriftelijke waarschuwing.’’