‘Haakwerk? Is dat een soort breien?’

30 juli 2008 om 00:00 Nieuws
H’VELD-G’DAM - Gemma van Dam bekijkt de zaak eens met een onderzoekende blik. Samen met haar oma Willy van Dam en haar vriendinnetje Susanne Wevers is ze op bezoek in Museum De Koperen Knop waar de zomerexpositie ‘De schooldag in de verleden tijd’ te bekijken is. Gewapend met een leuke speurtocht en onder de deskundige uitleg van oma Willy storten de meiden zich in het verleden van wat toen nog gewoon ‘de lagere school’ heette. Door Wil Sommeijer Voor oma’s en opa’s is wat er op de expositie te zien is, zogezegd gesneden koek. Aap, noot, mies…! Bijna allemaal leerden ze hun eerste letters via het beroemde leesplankje, dat dit jaar 100 jaar bestaat. Oma Willy wijst haar kleindochter en vriendin hierop en de meiden beantwoorden keurig hun vraag in de speurtocht, waarna ze naar een volgend object lopen. Maar oma weet nog iets leuks te vertellen over het leesplankje. ,,Vroeger stonden Kees (de hond) en de bok zogezegd kont naar de kop. Ik bedoel dat de bok de hond in z’n kont keek. Ik geloof dat na 1923 in verband met het Christelijk onderwijs Kees en de bok met hun achterwerken naar elkaar werden afgebeeld. Leuk hé?” De meisjes giechelen. ,,Oma, wat is dit,” vraagt Gemma even later, en ze wijst op een soort glazen kolf. ,,Dat weet ik niet precies. Je moest er een kaarsje in doen en dan met een soort fietspomp uitblazen. Het was onderdeel van een les”, zegt oma. Dan lopen we de klas in en komen er ook bij mij herinneringen naar boven. De banken met de inktpot in het midden, waar je dan een klein stukje carbid instopte, waarna de inkt overvloedig over je lessenaar bruiste; en het stonk ook nog! De kaarsrechte rugleuning. Ze staan er net als vroeger keurig in een rij achter elkaar. Hier mogen Gemma en Susanne in de bankjes gaan zitten en in de boekjes kijken die op het blad liggen. Ze vinden het leuk, maar Susanne bekijkt het met een kritisch oog. ,,Als je helemaal achteraan zat kon je volgens mij niets op het bord zien”, is haar commentaar. En dat schoolbord heeft inmiddels ook de nodige veranderingen ondergaan. Dank zij de plaatselijke Rabobank hebben de scholen voor de groepen 7 en 8 een digitaal schoolbord. Da’s nog eens wat anders dan het vertrouwde schoolbord waar je zo heerlijk met je nagels over kunt krassen! We gaan verder en nemen een kijkje in de kast. Daar liggen leien, griffels en een doosje met potjes ecoline. Gebruiken jullie dat nog op school? ,,Ja hoor”, zeggen beide meiden. ,,Het zit alleen in een ander potje.” Er staat ook een soort opzoeksysteem in de kast. Ze kijken er met een scheef oog naar en op de vraag hoe ze nu dingen opzoeken zeggen ze laconiek: ,,Met de computer.” Om de nek van een soort paspop hangt een bordje met daarop geschilderd een ezel. ,,Dat ezelsbord kreeg je om je nek als je iets doms had gedaan”, herinnert oma zich. ,,Stom!”, vinden Gemma en Susanne. Ondertussen worden de vragen van de speurtocht netjes beantwoord. Het is ook niet zo heel erg moeilijk, want als je de uitleg bij het getoonde leest kom je er wel uit. Bij de vitrine met nuttige handwerken legt oma het een en ander uit en wil ze van Gemma weten of ze weet wat haakwerk is. Die denkt even diep na en zegt dan hoopvol: ,,Een soort breiwerk?” In een andere vitrine liggen onder meer houten appels met stukken er uit. ,,Wat is dat nou, oma?” ,,Dat zijn breukappels, zo leerden wij breuken.” ,,O, dat doen wij met taarten.” Tja, tijden veranderen, maar niet alles verandert. Zo vertelt Gemma dat er op haar school nog met een telraam wordt gewerkt. ,,Ja, in groep 3 hoor en die ziet er heel anders uit dan deze.” En ze tekent met haar handen in de lucht hoe het moderne telraam er uit ziet. Enige discussie ontstaat er bij de Tweede Wandkaart van Nederland, want waar ligt Sliedrecht en waar Hardinxveld-Giessendam? Ook enig speelgoed waar kinderen vroeger mee speelden is te zien, zoals tollen, hoepels, diabolo’s en bikkels. Bikkels? ,,Ja”, zegt oma. ,,Dit zijn echte schapenkootjes. Je nam er vier in je hand, dan schudde je en gooide je ze op tafel, waarna je keek hoeveel er op dezelfde manier lagen. Of je ving ze weer op.” Fotograaf Richard van Hoek hoort de uitleg aan en merkt dan verbaasd op dat hij dacht dat bikkels de bezorgers van Het Kompas waren. Zijn ze ook! Ook is er kleding te zien, matrozenpakjes en zo, kleding uit de tijd van Ot en Sien. De meiden vinden het niet boeiend. De kleding van de juf is wel héél antiek, maar toch even de vraag of de moderne juf ook modebewust is. Susanne:,,Nou ze dragen wat in de mode is en soms ook niet.” Aan het eind van de tentoonstelling vraagt Gemma of wij, oma Willy en uw verslaggeefster vroeger op school ook gymles kregen. ,,Nou en of!”, beamen we in koor. ,,In onze eigen school, een echte gymzaal met ringen, touwen een rekstok.” Gemma en Susanne gaan voor de gym naar sporthal De Wielewaal en één maal per maand mogen ze in aktie komen aan ringen of touwen. Gemma en Susanne vonden het een ‘heel erg leuke tentoonstelling’. ,,Maar ik denk dat school nu leuker is dan vroeger. Ook de straffen waren toen niet zo leuk.” Gemma heeft afscheid genomen van haar basisschoolperiode. Na de grote vakantie gaat ze naar het Willem de Zwijger College. Susanne zit al op de Willem en gaan na de vakantie naar klas 2. Oma Willy is één van de vele vrijwilligers van Museum De Koperen Knop. Zij vond het bijzonder leuk om met haar kleindochter en vriendin over de tentoonstelling te lopen. ,,Er is veel belangstelling voor de expositie, je ziet veel oma’s met hun kleinkinderen. Voor de vakantie hebben we ook al een groot aantal schoolklassen op bezoek gehad en voor na de vakantie hebben zich al weer klassen aangemeld.” Als we bijna weer in de hal zijn zegt ze ineens: ,,Nou zeg, ik ben toch al diverse malen over de tentoonstelling gelopen en nou zie ik pas die aanwijsstok. Goh, moet ik toch nog maar eens goed gaan kijken.” En dat kan ik iedereen aanraden. De tentoonstelling, die vrijwel in zijn geheel in bruikleen is verkregen van het Nationaal Onderwijsmuseum te Rotterdam, is te zien tot en met 20 september. Gemma en Susanne zitten in de bankjes en bekijken de boekjes die op het blad liggen. Oma Willy geeft uitleg. Bijna alle opa’s en oma’s leerden hun eerste letters via het beroemde leesplankje, dat dit jaar 100 jaar bestaat. Oude schoolplaten en telramen ontbreken niet in de tentoonstelling in De Koperen Knop, die vrijwel in zijn geheel in bruikleen is verkregen van het Nationaal Onderwijsmuseum te Rotterdam.
advertentie
advertentie