Na 45 jaar ‘zorgen’ met pensioen

30 juni 2010 om 00:00 Nieuws

,,Ik ga gewoon door met werken”

H’VELD-G’DAM – Het verhogen van de pensioenleeftijd naar 67 jaar heeft de gemoederen in Nederland de afgelopen tijd flink bezig gehouden. Velen kwamen in opstand bij de gedachte dat ze straks na hun 65ste nóg twee jaar moeten doorwerken. De 65-jarige doktersassistente Rietie Lanser is hierop een uitzondering: ze gaat met pensioen, maar stopt voorlopig nog niet met werken. ,,Gelukkig niet”, verzucht ze. ,,Ik moet er niet aan denken om te stoppen. Ik zit al vanaf 1965 in de gezondheidszorg, dat wil ik voorlopig nog niet missen.”

Door Ariënne Megchelsen

Wel stopt Rietie aanstaande donderdag met het werk als doktersassistente. ,,Maar ik ga gewoon door met het praktijkmanagement: personeelszaken, bestellingen doen, zorgen dat de werkplekken van de artsen op orde zijn, dat soort dingen. Vooral in personeelszaken gaat behoorlijk veel werk zitten.” Rustig aan doen is dan ook nooit haar werkwijze geweest. ,,Ik ben een beetje perfectionistisch. We werken officieel van acht uur tot half zes, maar ik zit hier meestal tot zeven uur. Ik houd er niet van als dingen niet af zijn. Voordat ik naar huis ga, maak ik eerst alles op orde. Dan blijft een ander ook niet met mijn troep zitten. Dat is nog een beetje de ouderwetse mentaliteit hè.”

Gedurende meer dan veertig jaar heeft Rietie alle ‘ins en outs’ van het werk in de gezondheidszorg gezien. In 1965 besloot ze om in Breda de verpleegstersopleiding te volgen. Geen verwonderlijke beroepskeuze overigens, want Rieties vader was arts. ,,Ik ben opgegroeid in de gezondheidszorg. Daar komt nog bij dat ik in mijn jeugd heel vaak in het ziekenhuis heb gelegen vanwege mijn brandwonden. Ik kende het ziekenhuis al door en door, dus ik dacht: dan ga ik er ook maar werken”, glimlacht ze. Na het behalen van haar verpleegstersdiploma ging Rietie door voor de kraamaantekening en haalde haar OK-bevoegdheid. Na haar huwelijk verhuisde ze naar Dordrecht, waar ze in toenmalig ziekenhuis Refaja aan de slag ging op de polikliniek traumatologie. Toen er een nieuwe dermatoloog kwam, startte ze bovendien de nieuwe polikliniek dermatologie op. In 1973, toen de komst van haar eerste dochter het toch echt noodzakelijk maakte dat ze wat rustiger aan ging doen, begon Rietie als invaller in de praktijk van dokter Blokhuis, de voorganger van dokter Braken. ,,Ik heb heel veel kanten van de gezondheidszorg gezien. Maar het leukste vond ik de verpleegafdeling. Het was toen een heel andere tijd dan nu: vaak werkte je 21 dagen achter elkaar, waarvan tien avonddiensten op een rij. Daardoor had je heel veel contact met mensen. De band die je met hen kreeg, de persoonlijke gesprekken die je met hen voerde, dat vind ik toch wel de mooiste kant van het vak. Als iemand toen een hartinfarct kreeg, moest hij zes weken stil liggen in het ziekenhuis, heel anders dan nu. Dat was best wel angstig voor zo’n patiënt. Als je zo iemand dan een oppeppertje kan geven, dan is dat ontzettend fijn.”

De duur van een ziekenhuisopname is niet het enige wat Rietie door de jaren heen heeft zien veranderen. ,,Alles is veel grootschaliger geworden, er is veel meer administratieve rompslomp en er zijn tegenwoordig veel parttime werkers”, somt ze op. ,,Maar wat ik ook zie, is dat mensen tegenwoordig veel eerder naar de huisarts gaan dan vroeger. Als ze verkouden zijn, komen ze naar de huisarts, terwijl mensen vroeger dachten: dat gaat vanzelf over. Tegenwoordig willen mensen snel gezien worden door de dokter, ze zijn ongeduldiger.” Hoe is dat bij Rietie zelf? ,,Ik ga zelden naar de dokter”, bekent ze lachend. ,,Ik ben zo van: het gaat vanzelf wel over. Ik loop nu nog steeds kreupel van een personeelsuitje een paar maanden geleden. Vroeger heb ik zo vaak in het ziekenhuis gelegen, dat ik nu geen zin heb om overal voor naar de dokter te gaan.”

De werkzaamheden van de huisarts zijn door de jaren heen ook veranderd. ,,We doen nu veel meer aan preventie van hart- en vaatziekten, diabetes en longziekten. Een onderdeel daarvan is de begeleiding die wij aanbieden bij het stoppen met roken. Dat wordt door de praktijkondersteuners gedaan. Zij bespreken met mensen wat het voor hen moeilijk maakt om te stoppen met roken en wat ze daaraan kunnen doen. Het werkt echt: we zijn nog maar kort met deze behandeling bezig, maar er zijn nu al vier mensen definitief gestopt.”

Rieties betrokkenheid met ‘haar’ patiënten klinkt in alles door. ,,Ik zit al zo lang in de praktijk, veel mensen ken ik al vanaf 1973. Ik ken de families, ik ken de ziektebeelden. Dat vind ik het ergste om los te laten. Wanneer mensen bij mij kwamen, vroeg ik hen altijd even hoe het met ze ging. Dit werk gaat om veel meer dan alleen medische zorg. Gelukkig zit ik voor mijn werk als praktijkmanager op de bovenverdieping, dus als er dan een bekende langs komt, kan ik altijd even naar beneden gaan.”

Bijschrift: ,,Ik ga wel met pensioen, maar ik blijf gewoon werken. Het vak is te mooi om te stoppen."

advertentie
advertentie