Denk en Zet verliest terrein

H'VELD-G'DAM - Op vreemde bodem boekten de dammers van Denk en Zet dit seizoen tot nu toe de beste resultaten in de nationale competitie. Ze maakten er dan ook geen probleem van dat het eigen 'terrein' zaterdagmiddag niet beschikbaar was voor de wedstrijd tegen GDC Gorkum; een beetje vreemde bodem, toch nog in de buurt en ook Gorkum reist niet ver. In een spannende wedstrijd, die tot tegen zes uur duurde, kwamen de Giessendammers niet verder dan een 10-10 gelijkspel en raakten daardoor wat achter op de concurrentie in de race om één van de promotieplaatsen.

Het duel begon matig voor Denk en Zet. Wim Kalis, elk jaar weer hoog in de topscorerslijst, kwam deze keer niet verder dan remise, waarna Mijndert Verkaik ten onder ging tegen de sterkste GDC-er. Even later was het de beurt aan de thuisclub met fraaie zeges van de gebroeders Peter en Ad de Hek. Eef Stam en Piet Trapman consolideerden de voorsprong met een ruime remise voor beiden. Debutant Niek Verkaik trof één van Gorcums meest gevreesde spelers, maar in een ingewikkelde partij was hij geenszins de mindere. De uiteindelijke puntendeling was dan ook ruimschoots verdiend. Peter Hartog had inmiddels een theoretisch gewonnen eindspel bereikt. Door een minder scherpe voortzetting liet hij echter een remisegaatje open, waardoor zijn geroutineerde tegenstander vakkundig ontsnapte. Een nederlaag van Joop Kwakernaak bracht de Gorcumers langszij, waarna Wim Verschoor met een late remise de 10-10 eindstand bezegelde.

In de provinciale competitie kwamen twee Denk en Zet achttallen in actie. Het eerste verloor maandagavond met 7-9 van VGO. Alleen Aart Romeijn wist voor de thuisclub een tweetje te scoren. Verder vielen er vijf remises, waaronder een hele knappe van de twaalfjarige Jonathan Mentink. Het tweede achttal versloeg De Kroonschijf met 12-4. Ook hier een hoofdrol voor de aanstormende jeugd: Sander Nederveen versloeg één van de oude rotten in het 'vijandelijke' team. Verder kon een zege worden genoteerd voor Gerrit den Besten, Daaf van Houwelingen en Peter van Noordennen.