Ingezonden: 'Terug naar toen en weer verder'

29 december 2012 om 00:00 Nieuws

In 1954 kwam ik met mijn ouders in Hardinxveld te wonen. In de Troelstrastraat, op nummer 32. We kwamen uit Delft, waar mijn ouders vanwege het woningtekort nog op zolder inwoonden. Omdat mijn vader het jaar daarvoor was gaan werken op De Merwede kon hij een heuse hele nieuwe woning met tuin huren van de werf. De jaren van de wederopbouw en vorstelijke tewaterlatingen. Voor mij een tijd die alleen nog in de herinnering bestaat. De bijtgrage Vosje van groenteman Van Ieperen bij de teugels hebben en het dier na de bocht bij De Merwede Stichting met kar en al de stoep bij garage Rikkers op laten rennen. Dansen op het in oude sloten gestorte zaagsel afkomstig van Van der Aa, tot Chris Welkers daar bijna in verdronk. Sleeën vanaf de kleiheuvel achter garage Roza. Met Ab en Hans Dekker beukennoten verzamelen in de grote tuin achter Van Beuzekom. Uren dwalen langs het Diepie en de rivierkant. Al dat water dat met de hele wereld in verbinding stond en waarover zoveel schepen voeren van allerhande nationaliteit. De mooie tweepijpers, Duitse stoomradersleepboten. De kleuterschool zonder schoorstenen. Kruidenier Blokland die zo maar pinda's verbouwde. Op school bij Tukker, waar juffrouw Stoutjesdijk en mijnheer Bohre blijvend indruk maakten. Eerste tandheelkundige ervaring rijker bij Felius. Ook stilzitten bij kapper De Jong met al die flessen Berkenwater en potten Brylcream. Je eerste grote-mensenfiets van "Vlotjie''. Je eerste horloge van Van Kammen. In dat verleden beleefde ik ook heel veel ruimte. Je kon altijd wel ver weg kijken, behalve dan in de Peulenstraat. Na de verhuizing naar Rivierdijk B 353, naast de Boogbrug (het "huis van Hoenderkamp'') kon je zelfs over de rivier uitkijken tot aan Sliedrecht toe. En aan de overkant van de dijk in de laaiende vuren van gieterij Versteeg turen.

Dat alles is inmiddels dus lang geleden. In februari 2012 kocht ik het boekje van Sander van Beuzekom over het dorp van zijn jeugd. Een jeugd die grofweg tien jaar eerder begon dan die van mij. Zijn verhalen en de foto's maakten mij weer nieuwsgierig. Hoe zat het toen ook al weer in elkaar? Waar kwam die kleiberg nou vandaan? Wat is er nog over van toen? Wat is er voorgoed weg? In november heb ik daarom met Sander Van Beuzekom en Dries Smit nog eens de route gelopen die aan zijn boekje ten grondslag ligt. Die tussen Buitendams en de Boogbrug.

Wat vooral opvalt, is dat alle verhoudingen uit je herinneringen niet meer blijken te kloppen. Nu lijkt alles veel dichter op elkaar te liggen en te staan. De potten- en pannenwinkel van Blokland blijkt uiteindelijk maar een heel bescheiden pand te zijn. Dat daar tegenover de kapper en de schoenlapperij van de gebrs. Van Wingerden hebben gezeten is niet meer voorstelbaar. Zo goed als de ruimte achter het plein van School IV volledig teniet is gegaan door de bouw van de Wielwijk. Er resteren nog twee van de drie kastanjebomen op dat plein, waaronder we ooit speelden. Samen met het oude schoolhuis geven die zeer hoogbejaarde bomen nog een beetje richting aan je ruimtelijk gevoel. Wees er zuinig op. Richting Boogbrug het zichtbaar geworden (on)gemak van de immer uitdijende infrastructuur. Dijkbeloop weer omgelegd. Huizen gesloopt, Boogbrug weg. De oude woning B 353 weggedrukt in een oksel tussen de dijk en het geluidsscherm langs de A15. Terug naar de bocht in de Peulenstraat. Weg Rijkspolitie, weg Langeveld. Leve het gemeentehuis. De kleine winkel van bakkertje Nout komt aandoenlijk echt en memorabel over. Een van de weinige winkels die ik me herinner en die nog bestaan. Net als Mostert en Verhoef. Benders ("heeft het gesmaakt'') maakt geen gebakjes meer en ook buurman Egas is gestopt met de kruidenierswinkel. Boekhandel De Ruijter: verdwenen. Zo ook de drogisterij van Klop en -van de dorpsbodem weggevaagd- het magazijn van Van Beuzekom en de winkel van Dekker. Maar waar ik ooit nog op de "onbewoonbaar verklaarde'' bewaarschool zat, staat nog steeds de winkel van De Ruiter, in betimmeringen en meubels. Ik heb thuis nog een keukenstoel uit die winkel in bedrijf. Opvallend behouden: het huis van dokter Lubbers. De man die mijn zusje Emmy op de wereld hielp zetten en mij regelmatig van krammen voorzag. De wandeling leert mij in ieder geval dat de herinneringen best wel kloppen. Afgezien van die ruimtelijke component. Was het toen ook mooier? Ja. Die ruimte dus. Nee: het omgaan met de structuur van het dorp en invulling met passende nieuwbouw. Laten we het er maar op houden dat de welstand er over heeft nagedacht. En dat expansie een teken van welvaart is. Maar wie hier nu zijn jeugd beleeft, weet ook niet anders dan dat het dorp van 2012 zijn dorp is en dit later ook het dorp van zijn herinneringen zal zijn. Compleet met andere winkels, doorkijkjes en markante persoonlijkheden. In ieder geval een dorp met een nog altijd heel eigen karakter. En die kleiberg achter Roza? Nu weet ik voorgoed dat die de laatste bewaarplaats is geweest van de klei die vrij kwam toe het "dijksie'' tussen Peulenstraat en Buitendams na de aanleg van Rijksweg 15 begin jaren 50 werd afgegraven.

Bob Vink Tzn.

Leiden

advertentie
advertentie