Nel Egas struinde twaalf jaar lang alle rommelmarkten af, op zoek naar Wildebraspoppen.

9 december 2009 om 00:00 Nieuws
H’VELD-G’DAM – Nel Egas (57) heeft ongeveer 325 poppen van het merk Wildebras. Op een rommelmarkt viel haar oog op een oud popje: ,,’Goh, zo’n poppie heb ik vroeger ook gehad, dat koop ik’, zei ik tegen mijn man.” Het bleek om een ‘Wipneusje’ van Wildebras te gaan. Nel en haar man Gert waren verzamelaars in hart en nieren. ,,Voor Gert begon het met een Boldootflesje van zijn moeder. Dat groeide uit tot een hele verzameling Boldootproducten. Maar al snel volgden spullen van 4711, Ritmeester, Van Rossem’s Troost en oude boeken. Twaalf jaar lang gingen we elke zaterdag op pad.” Gert overleed vorig jaar op 59-jarige leeftijd. Zoon Gerit maakte mooie fotoboeken van de verzamelingen van zijn vader. Daarna heeft Nel een deel van de spullen een plekje gegeven in een vitrinekast in de woonkamer. De boeken zijn naar de vliering verhuisd en de rest is verkocht aan een liefhebber uit ’s Gravendeel, die er een klein museumpje van gaat maken. De Wildebraspoppen zijn in Hardinxveld gebleven en hebben daar een eigen tentoonstellingsruimte gekregen. Nel heeft haar poppen niet zomaar uitgestald maar met zorg geëxposeerd. In het midden van de kamer zitten de ‘Wildebrassen’ op stoeltjes en rond een tafeltje waar Nel zelf nog mee gespeeld heeft. Eén pop heeft een leitje waarop het Wildebras reclamepoppetje getekend is, op schoot en een krijtje in de hand. Een andere pop zit achter een speelgoednaaimachine met kleine klosjes garen ernaast. Onder tafel staat een mandje uit Nel’s eigen kinderjaren gevuld met Wildebras spulletjes. Een pop is aan het strijken. In een hoekje staat haar grootste exemplaar, een etalagepop van 90 cm. Haar kleinste is een mannetje van 8 cm gehuld in Volendammer klederdracht. Een minstens 50 jaar oud exemplaar van haar schoonmoeder maakt onderdeel uit van de verzameling, net als de pop die Nel eveneens van de moeder van haar echtgenoot kreeg. Ter compensatie voor het feit dat er alleen zoons geboren werden. ,,Zo, nu heb je toch een pop in huis, zei ze erbij. Overigens is dit de enige pop in deze kamer die niet van het merk Wildebras is.” Op een oud fotootje uit de jaren 50 is wel een echte Wildebras te zien. ,,Er staat een nichtje op met de pop voorop haar fietsje. Leuk is dat de moeder van dit meisje een aantal jaren thuisnaaister van Wildebras poppenkleding is geweest.” Nel heeft aardig wat poppen die echte Wildebras kleding aan hebben. Sommige zitten zelfs nog in de originele doos met accessoires als een extra pruik erbij. Maar de meeste Wildebrassen dragen ouderwetse gebreide kleertjes.,,Dat past er echt bij vind ik. Vroeger maakte men ze meestal zelf. Ik heb trouwens ook naaipatronen van Wildebraskleding.” Er is een pop die een babytruitje, dat gedragen is door zoon Rinie aan heeft en een onooglijk ‘Eva popje’ dat vernoemd is naar een damesblad met die naam. Een kast is gedeeltelijk gevuld met donkere poppen. Deze negerpoppen blijken inmiddels vrij zeldzaam te zijn, aldus Nel. Er zijn flink wat verschillende soorten van de nog wel goed verkrijgbare Kiki, Micky en Ricky poppen. In de vensterbank een stapel doosjes met poppenschoentjes in allerlei modellen en maten. Ook staat er hier en daar ander speelgoed, dat uit de Wildebrasfabriek komt. Nel weet mede dankzij de boekjes geschreven door Ineke van der Swaluw veel te vertellen over de geschiedenis van die fabriek. De Wildebraspop is uit nood ontstaan tijdens de oorlogsjaren. Omdat er bij de tabakshandel van de gebroeders Nolles in Steenwijk geen grondstoffen meer te krijgen waren en om het vrouwelijk personeel te kunnen behouden werden er lappenpopjes gemaakt. Na de oorlog werd de poppenproductie voortgezet. Eerst poppen met papier-maché maskertjes en vervolgens met hele hoofdjes van dat materiaal. In 1946 werd de firmanaam ‘t Poppenrijk. Uiteindelijk verschijnen de eerste sterke poppen die helemaal gemaakt van papier-maché. Ze kregen het handelsmerk Wildebras mee. In 1957 kwam de eerste plastic pop vervaardigd van polyethyleen op de markt. Deze pop had gemodelleerd haar en draaibare handjes. Het eerste ‘Wipneusje’ van Nel is hier een voorbeeld van. In 1960 kwam de pop met gedeeltelijk ingeplant haar. De fabricage van vinyl hoofden met slaapogen begon in 1962. Er was ook een soort barbiepop. Vanzelfsprekend heeft Nel een aantal van deze ‘Willy Wildebrassen’. In 1976 maakt een brand een einde aan de poppenfabriek. Ook voor Nel is het verzamel- en Wildebrashoofdstuk afgesloten. ,,Al die zaterdagen dat mijn man en ik op pad gingen waren erg leuk. Met tassenvol spullen kwamen we soms thuis. Maar het is goed zo. Ik koester nu de herinneringen aan die tijd met de spulletjes in zijn vitrinekast en met de fotoboeken.” En ook de Wildebraspoppen collectie is compleet wat Nel betreft. Geen verzamelbeurzen meer voor haar. Hoewel: ,,Als ik op een rommelmarkt of in een kringloopwinkel toevallig een popje tegenkom dat ik nog niet heb en het is niet te duur, dan zou het zomaar kunnen dat ik het toch weer koop…” Poppen met een dierbare herinnering
advertentie
advertentie