Afbeelding
BM van Houwelingen

Leo Mostert 50 jaar in dienst en met pensioen

3 november 2020 om 16:15 Mensen

H’VELD-G’DAM Met ingang van 2 november 2020 probeert Leo Mostert te stoppen met werken. Hij is die dag exact 50 jaar in dienst bij BM van Houwelingen. Leo is 67 jaar en het wordt zijn tweede poging. De eerste – een jaar eerder, toen hij officieel pensioengerechtigd werd – mislukte. ,,Ik was er niet klaar voor. Ik sliep niet meer, ik viel af. Gek hè? Maar weet je, dit hier, de materieeldienst, is altijd van mij geweest. Hier is mijn winkeltje. En als ik iets te klussen heb, doe ik het hier.”

Het vooruitzicht dat hij het bedrijf en de plek waar hij zo lang en met zoveel plezier en vrijheid heeft gewerkt, zou moeten verlaten, werd een schrikbeeld voor Leo. Maar, zoals eigenlijk altijd, werd er in goed overleg met de directie een oplossing gevonden. Leo kon een half jaar langer blijven. Later werd die uitwerktijd nogmaals met een half jaar verlengd. Tot de dag dat Leo de 50 dienstjaren zou volmaken.

,,Ik was daar natuurlijk heel blij mee, dat ik het een beetje kon afbouwen. Ik ben een dag minder gaan werken en dat bevalt heel goed. Mijn functie van hoofd materieeldienst is verdeeld over twee opvolgers. Arno Hartog is nu hoofd materieeldienst en Jasper Vink vervult de functie van monteur. Hem heb ik het afgelopen jaar met allerlei praktische ervaring ondersteund.”

Het begon allemaal in 1970. Leo was 17 en werkte een jaar voor een garagebedrijf.

,,Ik sleutelde aan alles wat los en vast zat en leerde ondertussen voor automonteur. Van Houwelingen had daar een paar auto’s in het onderhoud. Op een dag vroegen ze: ‘Joh, wil jij niet bij ons komen werken?’. Ze zochten een monteur voor hun bouwmaterieel. Kranen, liften en dergelijke. Ik zag dat gelijk zitten.”

Dat vond de garage zeker niet leuk?

,,Nee, maar mijn moeder vond het nog veel erger. Want al mijn broers en zusters hadden gestudeerd, maar ik wou niet, ik wou een vak. Dat was best als ik maar papieren zou halen. Maar toen vertelde ik dat ik naar een aannemer ging. Ik ging in de bouw werken. Daar moest de familie wel even aan wennen. Want het idee was toen dat je dat alleen deed als je niks anders kon. Maar ik kon mijn opleiding tot automonteur bij Van Houwelingen gewoon afmaken.”

Is je familie er overheen gekomen?

,,Jawel. Later hebben ze nog vaak gezegd: ‘Jochie, wat heb jij toch een geluk dat je daar zit’. Want wat ze ook gestudeerd hebben, als je ziet wat ik heb kunnen bouwen en verzamelen, daar kan de rest een puntje aan zuigen. Maar dat heb ik ook te danken aan de zaak hoor. Als het werk goed liep, als er geen uitvoerders klaagden, was alles oké. En in mijn vrije tijd kon ik mijn eigen gang gaan. Zo mocht ik, toen het kantoor nog Buitendams zat, mijn eigen boot opbouwen. Die ligt nu nog steeds achter een terrein van Van Houwelingen. En dat mag voorlopig zo blijven.”

Wat hield je werk tot een jaar geleden in?

,,Het komt erop neer dat ik moest zorgen voor alle voorzieningen voor de bouwers. Met de bouw zelf heb ik niks te maken, maar ik moest bijvoorbeeld regelen dat er keten staan en dat die aangesloten zijn op water, elektra en riolering. En ook dat er hekken om het bouwterrein staan, dat er verlichting is en een bouwlift, en steigermateriaal en bekisting. Vaak is er ook een kraan. Al dat soort dingen moest Leo regelen. En verder was ik aan de beurt als ergens een storing was. Daar moest je dan zo snel mogelijk naartoe om het op te lossen.”

Is sleutelen aan een kraan niet heel anders dan sleutelen aan een auto?

,,Kijk, een motor is een motor. Dus dat ging wel. En als ik er niet uitkwam, had ik een vaste lijn met de fabriek voor ondersteuning. Desnoods stuurden zij iemand en dan losten we het samen op. Zo ging dat in de begintijd. Nu hebben we zelf nog maar één kraan. De andere worden ingehuurd. De bedrijfsauto’s worden geleaset. Dus veel onderhoud is niet meer nodig. Zo is het ook met het handgereedschap. Dat repareerden we vroeger ook veel vaker zelf. Nu gaat het meeste gelijk naar de leverancier. Als het nog de moeite waard is.”

(tekst gaat onder de foto verder)


BM van Houwelingen

Er is in de loop van 50 jaar zeker wel wat veranderd binnen het bedrijf?

,,Absoluut. Toen ik bij Van Houwelingen begon, zaten we nog op het oude terrein, Buitendams. Daar stond een open loods met een smeerput en we hadden een eigen benzinepomp. Er was een hokkie afgeschoten van nauwelijks 2 bij 3 meter. Dat diende als werkplaats. Vóór de loods stond het oude kantoor. Ali Schild, Ina van Bennekom en ome Jan van Houwelingen – een broer van de eerste directeur – deden daar de administratie en de boekhouding. Ik denk dat er iets van 25 man vast personeel was in de hoofdaanneming en ongeveer 100 tot 150 man in de onderaanneming metselwerk. Verder waren er 5 uitvoerders en 3 kraanmachinisten. Daar had ik het meeste mee te maken. Toch waren we toen ook al geen kleine aannemer. We deden grote werken, 250 huisjes was helemaal geen punt. Maar dan werden er heel veel mensen ingehuurd.”

Waar hadden jullie de meeste werken?

,,In het begin was bijna al het werk dichtbij. Maar we deden ook metselwerk in Limburg en op Voorne-Putten en soms zaten we in Leerdam of Breukelen. Dat vonden we toen heel ver. Nu zitten we in een veel groter gebied. Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland, Brabant, en soms daarbuiten. We hebben zelfs een werk in Duitsland gehad, zo’n 400 vakantiewoningen in Tossens. Dat was nog eens een gezellige tijd. Daar hadden we bonte avonden.”

En het bedrijf is verder gegroeid?

,,Ja, we hebben nu ongeveer 120 man eigen personeel en er worden nog steeds veel mensen ingehuurd. De materieeldienst is van Buitendams verplaatst naar het industrieterrein en er is een hoofdkantoor gekomen aan de Hakgriend.”

Heeft de groei van het bedrijf veel invloed gehad op het werk?

,,Ja, het heeft zeker invloed gehad. Er zijn, ook door allerlei wettelijke verplichtingen, veel meer regels gekomen. Arbo, veiligheid, milieu. Er mag steeds minder. Ik denk dat het heel vaak goed is, maar je moet wel realistisch blijven. Soms is het aanbrengen van veiligheidsmaatregelen gevaarlijker dan het werk zelf.”

En de sfeer, is die ook veranderd?

,,Ja, het ‘voor elkaar over hebben’ is een stuk minder geworden. Dat kan ook niet anders. Vroeger had je veel meer met elkaar te maken. Collega’s zagen elkaar vaker, werkten vaker samen. Dan doe je ook gauwer iets voor elkaar. De sfeer is nog steeds goed, je kan nog altijd een geintje maken. Maar de persoonlijke contacten zijn wel iets minder dan vroeger.”

Hoe verloopt jouw gemiddelde werkdag?

,,Tot een paar jaar geleden was ik elke dag om 6 uur op de werkplaats. Dan komen de jongens spullen halen voor de diverse bouwprojecten, een bakkie koffie drinken en een praatje maken. De laatste tijd heb ik de vroege dienst afgewisseld met Arno. Rond 7 uur ga ik meestal naar een werk. Vroeger met de Toyota met aanhanger, later met een bus. Mijn werk kan van alles zijn. Units aansluiten, kabels aanbrengen, hekken plaatsen, dingen repareren. Vroeger deden we heel veel zelf. Nu zijn de meer specialistische dingen uitbesteed. Wij leveren bijvoorbeeld nog wel alle steigerpijpen en koppelingen, maar de steigers worden gebouwd door mensen die daarin gespecialiseerd zijn. Ondertussen kan je elk moment weggeroepen worden voor een storing. Dan ga ik daar zo snel mogelijk naartoe. En dan hoop je dat je in de loop van de middag weer op de werkplaats bent. Om de spullen voor de volgende dag klaar te zetten en de boel af te sluiten. Heel vaak lukte dat, maar in de begintijd was ik ook vaak ’s avonds en zaterdags aan het werk. Bijvoorbeeld als een kapotte kraan op maandag weer op het werk moest staan. Of als er storm was geweest en de hekken weer overeind moesten. Tegenwoordig gebeuren zulke dingen veel minder. Als ik nu ’s avonds naar de werkplaats ga, is dat meestal omdat ik vergeten ben het alarm erop te zetten.”

Omdat je overal materieel ging brengen, heb je dus ook veel bouwprojecten gezien?

,,Ik durf te stellen dat ik op 95 procent van alle werken ben geweest. Omdat ze overal iets nodig hadden wat hier vandaan moest komen.”

Hoe weet je altijd wat er nodig is?

,,Dat spreek je vooraf door met de uitvoerder. Wat zij begroot hebben, bepaalt wat er komt te staan. Bij grote werken zijn er natuurlijk meer units en materialen nodig dan bij kleine. Bij zo’n voorbespreking bekijken we ook waar de units komen te staan. Dat is belangrijk voor de aansluiting van water, stroom en riolering. Dat je daar niet met een paar vrachtwagens aankomt zo van ‘waar zullen we ze eens neerzetten?’. Nee, die keten moeten gelijk op de goeie plek worden geplaatst en aangesloten.”

Je hebt altijd behoorlijk op jezelf gewerkt, maar met wie had je het meest te maken?

,,Vroeger met Arie Tromp, daarna met Cees Stam en nu met Kees Huisman, de directeur van BM Utiliteit en de materieeldienst. Daar heb ik een gouwe baas aan. Ik kan alles tegen hem zeggen – nou ja, bijna alles – en als hém iets niet zint, zegt hij het ook. En Kees is supergedreven. Daarnaast heb ik vooral contact met Arno en Jasper, en met Hans, onze vaste kracht op de werkplaats. Verder met verschillende uitzendkrachten en natuurlijk met alle uitvoerders.”

Je zei al dat het werk dat je deed, is overgegaan naar twee opvolgers.

,,Ja. Arno Hartog is nu hoofd materiaaldienst. We werkten al een tijd samen. Hij deed en doet veel regelwerk en de administratie. De buitendienst wordt nu gedaan door Jasper Vink. Hij installeert het materieel en verhelpt de storingen. Hij is van huis uit timmerman en verreikermachinist. Hij werkt ook al heel lang bij ons. Ik heb lang de buitendienst én het papierwerk gedaan, maar de administratie is zo veel meer werk geworden. Vroeger werd er niks bijgehouden. Tegenwoordig gaat er geen schroefje de deur uit of het moet eerst in de computer.”

Je hebt natuurlijk de hele ontwikkeling van de automatisering meegemaakt?

,,Ja. En ik heb er helemaal niks mee. Nee echt. Ik zeg niet dat het niet gaat, maar het interesseert me geen fluit. Ik ben meer van het doen. Honderd procent. Wat moest, heb ik wel gedaan hoor. Want het leek me ook niks dat daar speciaal iemand voor moest komen en ik een beetje de straat liep te vegen. Maar het is nu prima geregeld.”

Er is één collega met wie je het zo goed kan vinden dat jullie als een vast duo worden gezien.

,,Ja, Nico Harlaar. Ik kende hem doordat hij bij een onderaannemer werkte. Toen ik mijn huis ging bouwen, kwamen veel collega’s en relaties me daarbij helpen. Nico dus ook. Toen hebben we elkaar beter leren kennen en zijn we goede vrienden geworden. We zijn vaak samen met vakantie geweest. Ook twee keer naar Australië. Eerst met zijn tweeën en daarna nog een keer met mijn vrouw Lia en Nico’s vrouw Ellie erbij. Later is Nico uitvoerder geworden bij ons.”

Kwamen al die bekenden zomaar helpen met bouwen?

,,Ja, dat bedoel ik nou met wat je vroeger had. Mensen hadden meer voor elkaar over. Collega’s en onderaannemers kwamen allemaal een daggie helpen, soms nog meer. Allemaal vrijwillig. Maar ík deed ook van alles voor niks. Als er bij hen iets te doen was, werd ik ook verwacht.”

Maar zijn Nico en jij een vast duo, met jullie eigen humor?

,,Tja, we gaan al heel wat jaren goed met elkaar om. En als er wat te doen is bij de zaak, dan zijn we wel vaak samen. Ik geef meestal commentaar vanaf de achtergrond. Liefst met een dubbele bodem. Dat weten de meesten inmiddels wel.”

En nu valt het duo uit elkaar?

,,Wat betreft Van Houwelingen wel, maar de vriendschap blijft hopelijk onveranderd.”

Doordat je zo lang in dienst bent geweest, heb je drie generaties ‘Van Houwelingen-directeuren’ meegemaakt.

,,Klopt. Toen ik hier kwam, hadden we baas Bas. Zo noemden we hem. Hij was de baas, maar hij was ook een hele lieve, supersociale man. Iedereen kon altijd bij hem terecht, voor wat dan ook. Eerst had hij samen met zijn broer een metselbedrijf. Hij was zelf ook metselaar. In 1964 zijn ze uit elkaar gegaan en heeft baas Bas dit bedrijf opgericht. Zijn broer is ook zelfstandig verder gegaan. Baas Bas liet heel veel aan zijn mensen over. Hij gaf je veel verantwoordelijkheid, maar ook veel vrijheid.”

En dat beviel jou wel?

,,Kijk, ik had een contract voor 40 uur, maar vooral de eerste tijd keek ik nergens naar. Als het nodig was om ’s avonds te komen of in het weekend, dan deed ik dat. Daar stond tegenover dat ik als het rustig was, wel eens een klusje voor mezelf kon doen. Ik heb eigenlijk altijd gewerkt alsof het bedrijf van mezelf was. Daarom vind ik dat ik hier de mooiste baan heb gehad. Op de directie na dan. Dat mag je er gerust boven zetten.”

Toen ging baas Bas stoppen.

,,Ja. Officieel in 1976, maar echt stoppen kon je het niet noemen want hij kwam gewoon iedere dag op kantoor. Per 1 januari 1977 is zijn zoon Jan hem opgevolgd, samen met schoonzoon Theo Mulder, en Jaap Huisman. Zij zijn beiden in 1999 gestopt en toen is Kees Huisman zijn vader Jaap opgevolgd. Kees is de derde generatie Huisman die bij Van Houwelingen werkt. De eerste generatie was ook een Kees, hij werkte als uitvoerder onder Baas Bas. Inmiddels is met Joëlla al de vierde generatie Huisman in dienst getreden.”

Was Jan van Houwelingen net zo’n directeur als baas Bas?

,,Niet helemaal natuurlijk. Jan was iets zakelijker dan zijn vader, maar ook van hem kreeg je veel vrijheid. En hij stond voor zijn mensen. Dat is verschillende keren duidelijk gebleken. In de zomer van 2019 is hij gestopt en toen heeft zijn dochter Lotte zijn plek ingenomen. Zij is dus de derde generatie Van Houwelingen. De vierde generatie, Bastiaan, zit net in de box.”

Had je zien aankomen dat Lotte haar vader ging opvolgen?

,,Nee. Niemand. Je kon verwachten dat Jan een keer zou stoppen, maar pas kort tevoren is bekendgemaakt dat Lotte het zou overnemen. Het ging van haar zelf uit en het is in korte tijd geregeld.”

Hoe viel dat binnen het bedrijf?

,,Uitstekend. Ten eerste is ze zeer goed ontwikkeld en heeft ze ruime ervaring. Niet in de bouw maar in de bagger, maar wel bij een paar hele grote bedrijven. Verder was iedereen erg blij dat het bedrijf in de familie bleef. Als er een bord op was gegaan en we waren opgekocht door bijvoorbeeld de BAM, dan hoefde er aan het logo niet veel veranderd te worden – grapje – maar dan waren we nu nog minder dan een nummer. Nou kennen ze je allemaal nog bij naam. Nee, dat het een familiebedrijf is gebleven, dat is heel goed voor ons!”

(tekst gaat verder onder de foto)


BM van Houwelingen

Als je nu terugkijkt op die 50 dienstjaren, wat waren dan de hoogtepunten?

,,Poeh... moeilijk. Omdat elke dag anders was en je nooit wist hoe die ging verlopen. Ik heb steeds nieuwe dingen meegemaakt en geleerd. Maar als je iets één keer had gedaan, was het ook weer normaal. Dat maakt het moeilijk om iets speciaals aan te wijzen.”

Maar er waren toch wel eens bepaalde sociale gebeurtenissen of zo?

,,Ja, zeker wel. Tot een paar jaar geleden hadden we heel lang de donderdagmiddagborrel. Dat was ontstaan doordat de uitvoerders dan de bonnen kwamen inleveren en de loonzakjes kwamen ophalen. Maar het was ook een moment om bij te praten. Dat werd vaak heel gezellig. Met een biertje erbij en kroketten kon het wel een paar uurtjes duren. Zeker voor de Kerst en voor een vakantie, want dan kwam al het personeel naar de werkplaats. Daar werd dan gebarbecued of er werd chinees gehaald.”

En jubilea?

,,Jazeker. Met het 25-jarig bestaan van de zaak zijn we gaan varen met de Kapitein Kok. Bij het 40-jarig bestaan zijn we met het hele personeel, inclusief partners, een weekend naar Ameland geweest. Daar hebben we ’s avonds op het strand bij een kampvuur Nobeltjes gedronken. Dat is daar de plaatselijke likeur. Er zijn toen wel wat mensen met hoofdpijn wakker geworden. Ik heb zelf ook al drie jubileumfeestjes gehad. Bij 25, 40 en 45 dienstjaren. Heel gezellig, met heel veel collega’s en relaties. Nu ik daar weer aan denk, zijn dat voor mij zeker hoogtepunten geweest.”

Waren er ook wel eens dingen waar je niet blij van werd?

,,Ja, maar die dingen kan ik echt op de vingers van één hand tellen. En ze waren altijd goed bespreekbaar. Daardoor waren ze ook snel afgehandeld. Maar ik heb hier wel mindere dagen gehad. Eerst overleed Arie, een bedrijfsleider van 46. Daarna Ries, een uitvoerder die net 50 was. Allebei door hartfalen. Bij Ries was ik er als eerste bij. Met hem heb ik in mijn armen gezeten. Achteraf waren het de laatste minuten van zijn leven. Dat heeft heel wat impact op mij gehad. Vroeger dacht je: 50 is best wel oud, dan heb je toch een heel leven gehad? Nu ben ik op weg naar de 70 en zie ik het toch een beetje anders. Die collega’s waren nog veel te jong.”

Hoe is het met je eigen gezondheid?

,,Nu weer goed, maar ik heb een paar jaar geleden een zware longontsteking gehad. Ik had bekant het loodje gelegd. Ik werd ziek, de huisarts is twee keer bij mij thuis geweest en ’s nachts de huisartenspost ook twee keer. Ik heb een week thuis gelegen en uiteindelijk ben ik naar het ziekenhuis gestuurd. Daar wist de dokter het ook niet, tot er een röntgenfoto was gemaakt. Ik heb een week in mijn eentje in een kamertje gelegen. Alleen mijn vrouw Lia was er de hele dag bij en die mocht mij daar mee verzorgen. Dat vonden ze gelukkig goed, want ik heb het verschrikkelijk slecht gehad. Het heeft veertien weken geduurd voor ik weer kon werken. Sindsdien ben ik een stuk emotioneler. Ik kan tegenwoordig makkelijk janken.”

Nu het over serieuzere zaken gaat: heb je een ‘wijze boodschap’ voor je collega’s en relaties?

,,Nou, dat de jongens plezier houden met elkaar. Werken is toch een heel stuk van je leven en plezier is het mooiste wat er is. Met een beetje humor gaat alles veel makkelijker. En mensen die lol hebben met elkaar, hebben meer voor mekaar over. Daarom heb ik ook altijd geprobeerd de gein erin te houden.”

Zie je er nog steeds tegenop om straks niet meer officieel aan het werk te zijn?

,,Nee. Niet meer. Ik weet dat het ook zonder mij gewoon doorgaat. Ik kan het nu beter loslaten. Ik heb ook heel veel dingen waarmee ik mijn dagen kan vullen. Aan het huis en de tuin is altijd werk. Dan heb ik m’n motor, m’n pick-uppie en m’n boot. En dat zijn nog maar mijn eigen dingen. Ik heb drie zonen, die allemaal in de bouw werken. De jongste zoon Barry is timmerman en werkt als zzp’er. Die gaat binnenkort een nieuwe loods zetten. Daar zal vader ook wel bij zijn. De oudste zoon John is uitvoerder bij Van Houwelingen. De middelste zoon Leon is tegelzetter en werkt regelmatig voor Van Houwelingen. Dus die jongens komen elkaar nogal eens tegen in het werk. Dat vind ik mooi. We hebben inmiddels ook zeven kleinkinderen en niet te vergeten drie lieve schoondochters. En dan heb ik nog een hele lieve vrouw, die vindt dat ze mij de afgelopen 50 jaar iets te weinig heeft gezien. Het werk stond heel vaak op de eerste plaats. Dus we willen er vaker samen op uit. Varen met de boot, veel fietsen en reizen.”

Dus je tweede poging om te stoppen gaat lukken?

,,Daar ga ik van uit. Al is het wel een raar afscheid. Als ik vorig jaar was gestopt, had ik van de zaak een mooi feest gehad. Nu zou het een bijzondere dag worden: met een limousine langs de werken om gebak rond te delen, een receptie met oud-gedienden en een etentje met genodigden in Kampagne. Helaas kan dit door de tweede aangepaste lockdown niet doorgaan. Ik snap het, maar vind het wel heel erg jammer. Dat ik nu echt ga stoppen gaat me aan het hart en ook weer niet. Vanuit het verstand kan je zeggen: wat ben je een sukkel dat je zo lang doorgegaan ben. Vanuit het gevoel heb ik er totaal geen moeite mee. Dat komt ook omdat dit een heel fijn bedrijf is. Als iemand mij vertelt dat ik volgende week omval, denk ik echt niet was dan eerder gestopt. Ik heb genoten van mijn werk!”

advertentie
advertentie